Labels

vrijdag 27 december 2024

Menselijk

 
Sigmund Freud met dochter Anna, omdat het een mooie foto is.
Omdat alle vaders menselijk zijn. En ook niet vaders natuurlijk.

Ik lees een passage uit een boek van Frank Tallis over Freud, die me raakt. Een passage over de Rattenman, oftewel Ernst Lanzer (1878-1914), waarover ik al op Wikipedia schreef:

In loop van onze levens zijn er altijd momenten waarop we hopen moed te tonen, of ons kunnen onderscheiden. Maar er zullen ook momenten zijn waarop we bij wijze van spreken met Ernst in een hal zullen staan en een spiegel tussen onze benen houden. Dit is een zeer Freudiaanse visie op de mensheid, een visie die gedurende millennia in universeel in de kunst en literatuur is afgeweerd. Pas na Freud werden beelden van de menselijke absurditeit algemeen gangbaar.

Als karakter biedt Ernst een voorproefje van het absurde theater. Zijn belachelijkheid is amusant, maar toont ook een ondergrond van metafysische dwingelandij. Waar past masturberen bij het geluid van een posthorentje in Gods almachtige plan? Welk doel in de grote orde der dingen wordt gediend door een kind dat onder de rokken van gouvernantes kruipt? We kunnen Ernst gemakkelijk plaatsen op een ‘landweg met boom’ van Samuel Beckett in ‘Wachten op Godot’, een toneelstuk dat nachtmerries combineert met de gevatheid van vaudeville, van een luchtig toneelstuk. Becket, die leed aan verlammende angsten en depressiviteit, werd in de Tavistock Kliniek behandeld door psychoanalyticus Wilfred Bion. Hij was bekend met psychoanalytische literatuur. In de laatste scène van ‘Wachten op Godot’ zakt de broek van Estragon naar beneden. Pierre Latour, die Estragon speelde in de eerste productie van het toneelstuk in 1953, verzette zich daartegen. Maar Beckett was onverbiddelijk. Het was niet alleen noodzakelijk dat Estragons broek afzakte, maar hij moest echt op zijn enkels vallen. Toen ook lord Chamberlain, de oogste functionaris n de konklijke huishouding, eiste dat er geen broeken mochten vallen in de eerste Londense productie van het stuk, was Becket opnieuw op geen enkele wijze bereid daaraan gehoor te geven, hoewel hij had ingestemd met diverse andere veranderingen. Het beeld van Ernst met zijn broek op de enkels, een spiegel in de hand, heeft een kracht die verder reikt dat komedie. Het is in zekere zin wezenlijk. Een eerlijke en nederig makende herijking. Een noodzakelijk uitdaging van ouderwetse, narcistische grootsheidswanen. Zelfs als hij in een luchtspiegeling tussen Vladimir en Estragon staat, is Ernsts aanwezigheid in wezen geruststellend. Hij is absurd, maar ook heel aardig. Zo aardig dat Freud hem voor het diner uitnodigde.

Wat we achter gesloten deuren mogen doen, hoe vreemd we ook mogen lijken in de schijnwerper van de rede - met een broek rond onze enkels -, er is altijd og de mogelijkheid van acceptatie en een vriendelijk gesprek . Freud heeft plaats voor ons ingeruimd aan zijn tafel we worden nog steeds uitgenodigd - we zijn nog altijd menselijk.

Ik denk aan Stalin, die in zijn eentje crepeerde tijdens zijn laatste uren. Wie zegt dat er niets menselijks in hem zat, niks aardigs. Ik zou hem wel eens willen analyseren, mocht hij ooit terugkeren.

Ik denk aan sommige van mijn cliënten, en weet weer waarom ik terug psycholoog ben geworden. Sommigen zou ik zo uitnodigen voor het diner. We zijn nog altijd menselijk.