Robert Demachy, Molens in Holland, ca. 1900 |
Ik geloof niet de een hernieuwde oplaaiing van anti-semitisme. Ik spreek veel mensen. Ik voel nooit ook maar een beetje van Jodenhaat, in de eigenlijke zin des woords. Er is wel boosheid natuurlijk, om wat er in Gaza gebeurt. Er zijn ook voetbalhooligans, maar die hebben het eigenlijk alleen maar over Ajax-supporters. Er is geen Jodenhaat. Er is hooguit angst voor dat wat vreemd is, voor mensen die niet tot de eigen groep horen. Derde-vierde generatie migranten die er op een of andere manier nog steeds niet bij horen. Wij waren het niet! Maar dan hebben we het weer over iets anders.
Ik heb geen zin meer om het uit te leggen. Iedereen praat elkaar na, in gemeenplaatsen. Iedereen vindt wel iets! En Iedereen heeft altijd gelijk, dat is steeds de pest. Tot niemand meer luister, tot niemand de ander nog begrijpt. Tot ik denk: laat ook maar, en het ook niet meer begrijp. En dan is het eigenlijk al te laat.