Café Cental, Wenen, ca. 1900 |
De zon scheen krachtig en helder. Toen ik naar huis terugliep, zag ik ineens mijn eigen schaduw voor mij, zoals ik de schaduw van de andere oorlog achter de huidige zag. Hij is sinds die tijd niet meer van mij geweken, deze schaduw, hij hing bij dag en nacht over al mijn gedachten; misschien ligt zijn donkere vorm ook wel op veel bladzijden van dit boek. Maar elke schaduw is in diepste wezen toch ook een kind van het licht, en alleen wie licht en donker, oorlog en vrede, hoogtepunten en dieptepunten heeft meegemaakt, alleen die heeft waarachtig geleefd.
De slotalinea van Stefan Zweig memoires De wereld van gisteren, 1940. Ik denk na of ik het eens ben over de slotzin.
Dan ben ik inmiddels weer terug psycholoog, maar ik kan toch moeilijk doorgronden wat Zweig en zijn vrouw ertoe gebracht heeft zelfmoord te plegen. Zelfmoord getuigt van een diep zelfinzicht, heb ik wel eens gelezen. Dood zijn kun je nog zo lang, zei Mulisch. In mijn vak spreken we weleens van de gezonde volwassene. Doorheen het hele boek van Zweig kon ik die voelen. Maar soms kun je ook wel eens in een andere modus geraken. Dat hoeft vaak maar heel even te zijn.
Soms weet ik het niet.