Labels

donderdag 30 maart 2023

Kort besef




Doelloos zit ik, Gods doel is de doelloosheid. Maar voor geen mensch is het weggelegd dit bij voortduring te beseffen.
(Nescio)

Soms is een dag anders dan de andere. Soms ben je even niet wie je bent. Soms doen uren even niet meer terzake. Soms weet je niet wat je eigenlijk voelt. Soms besef je dat je ouder bent. Ouder dan je was, hoe lang ook geleden. Soms voelt het lang geleden. Soms tuur ik even voor me uit. Soms zie ik voorbij de tijd. Doelloos. Alsof ik weet wat ik altijd heb gemist. 

Maar dan herpak ik me weer. Morgen weer een dag. Je wilt niet altijd bij voortduring blijven beseffen.

dinsdag 28 maart 2023

Eenvoud en menswaardigheid

 


"Laten wij het in het kort zeggen waar het om gaat: om de menswaardigheid van het bestaan"

Toen ik studeerde moest je naar Koot en Bie kijken. Op maandagochtend hoorde je mee kunnen praten. Waarbij ik me meestal wat op de achtergrond hield, trouwens. Zo stak ik een beetje in elkaar.

Het Simplistisch Verbond wilde het leven eenvoudiger maken. Al eerder, begin jaren zeventig.  Wie het ingewikkeld maakte kreeg met de mattenklopper. We zijn een halve eeuw verder en we weten wat er van gekomen is. Alles loopt vast in de bureaucratie, rechtszaken, in politieke voors en tegens. Niks schiet meer op, niks gaat vooruit, alles loopt vast. Het is om verdrietig van te worden.

Wim de Bie is dood. Hij zal er ook verdrietig over geweest zijn, om de huidige staat van het leven. Of misschien had hij wel belangrijkere zaken om verdrietig over te zijn, in elk geval de laatste jaren. Persoonlijke zaken zijn altijd belangrijker. Hij bleek al langer ziek.

En ik? Ben ik dan verdrietig? Om de wereld? Om Wim de Bie? Misschien heel eventjes. Ik was in Utrecht voor opleiding en daar ging het natuurlijk over Wim de Bie. Iemand die net als ik al wat ouder was had het hoogste woord. Koot en Bie waren geweldig. Net als vroeger hield ik me wijselijk op de achtergrond. Ik ben nog maar weinig veranderd.

zaterdag 25 maart 2023

Snippertjes maanlicht

 
Eisenloeffel 


Ik kocht een facsimile van de eerste druk van Nescio’s ‘Dichtertje, de Uitvreter, Titaantjes’. De uitgave dateert van 1982, toen ik Nescio net had ontdekt, via een Prisma pocket met Nederlandse verhalen. De eerste druk is uit 1918. Die is me nog steeds te duur, maar de facsimile wilde ik toen al kopen, zonder dat ik de centen had, uiteindelijk 41 jaar na dato voor een habbekrats toch nog op de kop getikt, nog niet eens opengesneden. Hoezeer kan een mens zich verheugen.

Nescio hield zijn schuilnaam jarenlang zorgvuldig geheim. ‘Mijn pseudoniem dient voornamelijk om mijn broodheeren buiten mijn particuliere leven te houden en te zorgen, dat ik niet in een of andere “litteraire” kliek wordt getrokken. U wilt dus wel zuinig wezen met mijn naam,’ zo schreef hij op 28 maart 1919 aan schrijfster Agnes Maas-van der Moer. Ik snap dat wel, hoewel ik me tegelijkertijd kan storen aan de anonimiteit van het internet. We leven in andere tijden.

Lang werd gedacht dat de uitgever van Nescio’s verhalen, J.H. de Bois, ook de schrijver ervan was. Later, in 1928, werd in een boek met pseudoniemen gesteld dat kunsthandelaar Nico Eisenloeffel erachter zat, hetgeen Nescio bij de tweede druk noodzaakte alsnog met zijn eigen naam opmde proppen te komen. De relatie met zijn broodheren zou weleens veranderd kunnen zijn. Bij een literaire club heeft hij zich nooit aangesloten. Goddank.

De verwijzing naar Eisenloeffel, die zich als auteur Nicolaas van Middelhoven noemde, was overigens nog niet zo slecht bedacht. Een aantal van diens schrijfsels, niettegenstaande een wat wijdlopige stijl, doen inderdaad soms aan Nescio denken. In een van zijn herinneringen uit 1905 noemt hij Frederik van Eeden, die hij kende van een kortstondig verblijf in 1900 op Walden, waar ook Nescio verbleef. Eisenloeffel was daar in zijn jeugd, ‘dat is de tijd toen ik er 's nachts alleen op uit ging snippertjes maanlicht te vangen - in mijn jeugd was er geen toestand, waar ik tevreden mee kon blijven’. Helaas bleek de kolonie geen alternatief voor zijn onbestemde verlangen. De bewoners waren hem veel te zeker, hij wilde mogen twijfelen. ‘: ‘k Zal toch eens informeeren of 't mag, dat twijfelen.’ In de kolonie echter - door Eisenloeffel ‘de aether’ genoemd - ‘waren geen monden als vraagteekens, geen oogen als vuurtorens. Zij wisten daar, zij wisten wat geweest was, wat was en wat komen zou. Zij hadden het gelezen, het had in het boek van den grooten Rus gestaan.’ Hij verbaast zich over de mistroostigheid van de mensen in de kolonie. In plaats van vrolijk en blij te zijn, snauwden de bewoners elkaar af, ‘zij deelden geen lachjes als prinselijk goud in het rond’. Voor de schoonheid van het leven hadden ze geen oog. Teleurgesteld eindigt hij: ‘Ik was alleen met mijn verlangen en wilde, maar kon niet naar mijn eigen hemel. [...] De aether. Ik ben er eindelijk nu geweest: en weet wat er achter is. Het is het niets. Het is er mee als met elk ander ideaal: de foutieve conclusie van de reedenering. Had ik de deksel er maar liever op gelaten, dan zou ik de moed niet verloren hebben. Van verveling moe, ben ik maar naar de aarde gaan kijken, die begon toen juist te bloeien.’

Eisenloeffel/Van Middelhoven lijkt vergeten. Veel heeft hij ook niet nagelaten. Maar bovenstaande herinnering is toch de moeite en misschien wel voldoende. Een snippertje maanlicht. Goed om er even bij stil te staan.

vrijdag 24 maart 2023

Het is lente

 
Joost Swarte

Het is lente. Het lijkt nog winter, maar het is gewoon lente. Ik zit achter het raam, ik kijk naar buiten en zie de regen zachtjes vallen, druppend in het water. Natte sneeuw, zegt mijn vrouw. Het oogt koud. Maar ik weet dat er betere tijden komen. Het wordt zomer. Ieder jaar opnieuw. De dagen worden langer, zomertijd doet de rest. De vogeltjes hoeven niet meer gevoerd en redden weer zichzelf. De twijgjes tonen scheuten. Bloesem en blaadjes ontluiken uit hun knopperige slaap en maken kleur.

Ik zit achter het raam en denk weer aan de vakanties, die komen gaan, aan het vrijdag-ijsje als ik eerder thuis ben van werk. Ik denk aan mijn pensioen, en hoeveel zomers dat nog duurt. Dat de druk niet van buiten komt en er nooit meer zorgen gaan zijn. Dat het altijd zomer zal zijn. Maar dan denk ik weer dat dat niet kan en dat alles zich herhaalt. Ook de zorgen, de sombere gedachten. In andere vorm wellicht, maar alles komt terug. Ik weet dat. En zo hoop ik op de zomer, niet wetend wat ik voel. Want ook hoop heeft vaak iets dubbels. Omdat je nooit kunt weten. En zelfs dat zich blijft herhalen.

donderdag 23 maart 2023

Jaren zestig gevoel

 


Mijn zonen zouden schrikken als ik Peter, Paul & Mary opzette, wat ik zojuist deed, in mijn eentje. Toch vertegenwoordigt deze muziek voor mij een gevoel dat ik niet kan beschrijven. Het jaren zestig gevoel, zal ik het simpelweg maar noemen. Als ik oud word kan het met mij verdwijnen. Het waren de eerste popklanken die ik opving, te jong om er nog echt mee bezig te zijn, waar mijn ouders er toen net te oud voor waren. Maar een goed gevoel, dat me tot tranen kan roeren. Een gevoel van veiligheid, geborgenheid, dat het goed is, zo. Een gevoel van hoop, dat in de wereld niet bewaarheid werd. Ik klaag niet over het leven, maar voel toch wat treurnis over wat verloren is gegaan. En over al dat met mij zal verdwijnen.

Dat hoor ik. Dat voel ik. Dit is hoe ik was. Dit is wie ik ben. Beter kan ik het niet uitleggen.

dinsdag 21 maart 2023

Elena Esperanza

 
Catharina Zeta Jones als Elena Esperanza, “The legend of Zorro”, 2005

Elena Esperanza, hoop doet leven. Een naam als muziek. Terwijl ik dit schrijf kijk ik naar Zorro, naar Catharina vooral, Elena Esperanza. Even tellen de jaren niet meer. Voor even. Voor nu. Mijn moeder verjaarde vandaag. Mijn zus vertelde dat ze naar Vermeer ging. Dit is een andere beleving. Andere schoonheid. Eendere schoonheid. Meer kan je op een dag als vandaag niet verlangen. Amen (op zijn Engels).

maandag 20 maart 2023

Nieuw lente

 
Ludo vanden Haute, ca. 1910

Een nieuwe lente,
Een nieuw geluid,
Of blijft het zich herhalen,

Ook eerder ging,
De winter uit,
Zonder te bepalen,

Tot elke cyclus,
Ooit besluit
Vanuit het schier causale.


zaterdag 18 maart 2023

Kunst in kunst

 
Johannes Vermeer, “De officier en het lachende meisje”, circa 1857

In de zeventiende eeuw was de cartografie nergens zo hoog ontwikkeld als in Amsterdam. Rond 1600 was het de uit Vlaanderen gevluchte Jodocus Hondius die de leidende figuur werd, later voerde de firma Blaeu de boventoon. Hoogtepunt was de Atlas Maior uit 1662, die zeshonderd kaarten telde. Er werden er driehonderd van gedrukt, waarvan er nog hooguit veertig over zijn. Dat laatste komt vooral ook omdat de kaarten losgesneden vaak meer opbrachten dan tezamen in een band. Kaarten golden reeds in de zeventiende eeuw vooral als een soort kunstwerk, waarmee je muren decoreerde, niet om de weg te vinden. Bleau wist dat en besteedde vaak meer aandacht aan het pronk-element dan aan de cartografische nauwkeurigheid. Hij huurde hele families in om alles met zorg in te kleuren. Het moest vooral esthetisch mooi zijn. Een kunstwerk op zichzelf.

Johannes Vermeer moet een vroege kaart van Blaeu ter beschikking of in bezit hebben gehad, meer specifiek een door Balthasar Florisz van Berckenrode getekende kaart van Holland en West Friesland uit 1621. We zien de kaart uitermate gedetailleerd nagetekend op “De officier en het lachende meisje” uit 1857, maar ook op “De liefdesbrief” en “Brieflezende vrouw” is de kaart te zien. Andere schilderijen tonen andere kaarten. Het moet een minutieus werkje zijn geweest voor Vermeer om het zo precies na te tekenen, zelfs mocht hij een camera obscura hebben gebruikt. Het zegt iets over zijn manier van schilderen, dat hij daar de tijd voor nam. Het was geen Van Gogh, die soms bijna dagelijks een schilderij kon maken. Vermeer had geen haast. Hij hoefde er niet van te leven. Of misschien was het gewoon hoe hij in elkaar stak. Alsof hij met een legpuzzel bezig was. Dat geeft een soort van innerlijke rust. Net als zijn schilderijen.


Balthasar Florisz van Berckenrode en Willem Jansz Blaeu, ‘Kaart van Holland en West-Friesland,’ circa 1621

donderdag 16 maart 2023

Puzzeltje

 
Louis Apol, “Boer met paard en wagen in de sneeuw”, 1873


De dag na de BBB-verkiezingen. Het is een verdrietige dag. Niet voor de boeren, maar wel de natuur. En dat is droevig.

Je zou kunnen denken, wat maakt het mondiaal uit of we onze stikstofdoelen vijf jaar eerder of later halen. Maar je voelt, zo gaat het natuurlijk overal. Overal zijn weer andere belangen. Altijd andere belangen die voorgaan. Tot het te laat is.

Mensen stemmen op personen. Of tegen personen. Maar ze overzien niet wat de consequenties zijn. De meesten overzien niet wat de consequenties zijn. Van de BBB-kiezers bijna honderd procent niet. Behalve de boeren misschien, maar die hebben andere belangen. Maar de meesten hebben geen idee wat hun belangen zijn, hun waarden, en door wie die het beste worden vertegenwoordigd. Een authentieke vrouw op een tractor is genoeg om stemmen te trekken.

Democratie werkt niet. Dan heb ik het niet eens over de eerste kamer, die op merkwaardige wijze gekoppeld is aan provinciale verkiezingen.

Theo Maessen opperde ooit dat je mensen moest verplichten een soort puzzeltje in te vullen om het stembureau te kunnen vinden, een puzzeltje waar een minimum IQ voor nodig zou zijn om het op te lossen.

Maar dat krijg je er nooit doorheen.

dinsdag 14 maart 2023

Sàlo

 


In zijn laatste film Salò of de 120 dagen van Sodom (1975) exploreerde Pier Paolo Pasolini de hypocrisie en corruptie van de macht. In de nadagen van Mussolini ontvoeren vier Libertijnse fascisten een groep jongens en meisjes, om die vervolgens te laten martelen. Een gewelddadige afdaling in de hel, naar analogie van Dante’s Inferno. Deels is de film ook gebaseerd op Journées de Sodome van Markies de Sade, die zicht in zijn werk verzette tegen het verlichtingsidee dat de mens van nature goed is en van zijn ervaringen leert. Vaak is het slechtheid die de wereld regeert, vaak blijkt de ontwikkeling van de een de vernedering van de ander. Ik zie het zo vaak bij mijn cliënten.

Ik zie het ook in alle commotie over grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Ik denk weer aan Pasolini. Het wrange is dat een film als Salò vandaag de dag niet meer door de ballotage zou komen. Soms is de wereld te verwarrend voor mij. Ik kijk naar het verkiezingsdebat. Er valt niet tegenop te boksen.



zondag 12 maart 2023

Alleen de kikkersloot

 
Willem Maris, “Sloot met opvliegende eenden”, 1890-1900

Soms komt een beeld op. Ik ben weer jongetje. Lang geleden. We woonden aan de rand van een buitengebied met weiden. Daarachter België. Ik zit aan de oever van de kikkersloot. Zo noemden we die. Een ouderwetse kikkersloot vol leven, zoals je ze nu niet meer ziet. De kikkers kwaken. Ik volg de schrijvertjes en tuur naar de kevers. En verder deed ik niks. Ik geloof niet dat ik veel dacht. Als je bij de kikkersloot zit ben je niet zo spraakzaam. Soms bij mijn vrienden was ik dat wel, later, toen ik iets ouder was, en bier begon te drinken, maar het vond geen verbinding en ik leerde tijdig mijn mond te houden. Liever ging ik schrijven. En lezen. Dat is beter. Nog steeds.

Ik luister naar de politici want het is verkiezingstijd. Ergens ligt een gevoelsbruggetje. Mijn zonen hebben een mening, maar ik kom er niet uit, niet echt. Ik hoor mezelf en weet niet wat ik belangrijk vind. De wereld is zo groot. Verbinding blijft lastig. Zeker als je dicht bij jezelf blijft. Voorbij de ratio. Zoals lang geleden, toen ik bij de kikkersloot zat. In wezen verandert er weinig. Alleen de kikkersloot, die is er niet meer. En die komt ook niet meer terug, ben ik bang. Het gaat niet goed met de natuur, zegt iemand op televisie. Misschien moet dat maar de leidraad voor mijn stemmen worden, denk ik dan. Doe ik in ieder geval mijn zonen nog een plezier.

zaterdag 11 maart 2023

Lezend ouder worden

 
Marilyn reading, foto Milton Greene, 1953


Wat pijn doet aan ouder worden: weten dat je nooit meer al de boeken kunt lezen die je zou willen lezen.

Weten dat je het nooit meer over kunt doen.

Wat fijn is aan ouder worden: weten dat veel boeken die je gelezen hebt waard zijn om te herlezen.

Weten dat je het altijd over kunt doen.

Tegen beter weten in koop ik nog steeds veel teveel boeken.

Terwijl ik eigenlijk alleen maar wil herlezen. Steeds vaker.

Maar je blijft hopen. En kopen.

Niets menselijks is mij vreemd.


donderdag 9 maart 2023

Helemaal niks

 
Elin Danielson-Gambogi, “Meisje hangt de was op”, 1900

Ik zit nog aan tafel,
Het eten alweer op,
Ik begeef me naar het bankstel,
Ik zit er alweer op,
Voetbal en het wereldnieuws,
Ik draai wat aan de knop,
Maar is er dan verder,
         zegt ze,
Helemaal niks meer op?
Nee verder is er werkelijk,
Helemaal niks meer op.


dinsdag 7 maart 2023

Nieuwe vertaling

 
Adelsteen Normann, “Visweer op de Lofoten ”, 1890-1900

Soms snap ik dingen niet. In 1995 verscheen een goede vertaling van Knut Hamsun’s roman “Onder de herfstster “ van H.K. Kuiken. Anno 2023 verschijnt er weer een nieuwe vertaling van het boek, nu door Marianne Molenaar. Ik had daar een andere keuze gemaakt. Soms is een nieuwe vertaling nodig, soms niet. Je moet wel kijken wat er ligt.

Mijn sjagrijn zit er een beetje in dat ik me toch weer gedwongen voel de nieuwe vertaling aan te schaffen.

Ik pak er die van Kuiken nog maar eens bij:

Gisteren lag de zee erbij als een spiegel zo glad en zo glad als een spiegel is zij vandaag. Het is nu ‘Indian Summer’ en het is warm op het eiland - o, die heerlijke milde warmte! - en toch is er geen zon.
Het is jaren geleden dat ik me zo vredig heb gevoeld, misschien wel twintig of dertig jaar, misschien wel in een voorgaand leven. Ik moet deze rust ooit eerder hebben meegemaakt, denk ik, want ik loop hier te neuriën en ben in verrukking en bekommer me om iedere steen en elk grassprietje en die schijnen zich ook om mij te bekommeren. We zijn bekenden van elkaar.
Terwijl ik langs het overwoekerde pad mijn weg zoek door het bos, loopt mijn hart over van onaards geluk. Ik herinner me een bepaalde plek aan oostkust van de Kaspische Zee waar ik eens stond. Het zag er daar net zo uit als hier en de zee was stil en loodzwaar en grijs als ijzer zoals nu. Ik liep het bos door, werd van verrukking tot tranen geroerd en zei aldoor: Here God in den hemel, dat ik hier terug mocht komen!
Alsof ik er al eens eerder geweest was.

Ik peins over wat er beter had gekunnen. Uiteindelijk zal ik die nieuwe vertaling vast wel gaan kopen!

zondag 5 maart 2023

Eerlijke oprechtheid

 
William Rothenstein, “Interior (Lady with a Hat) “, 1891

William Rothenstein (1872-1945) en Edouard Vuillard (1868-1940) studeerden in de jaren 1880 beide aan de Academie Julian, Rothenstein net toen Vuillard er weg was. In 1890 kwam het tot een ontmoeting.

Beide schilders behoren tot mijn favorieten. Ik zie de overeenkomsten. Zelfs het jaar is hetzelfde. Tot mijn verbazing echter las ik vandaag in een proefschrift dat hij Rothenstein, net als zijn wapenbroeder Pierre Bonnard, verguisde omdat hij “de eerlijke oprechtheid van zijn Franse voorgangers”, lees de impressionisten, zou hebben “verloochend”. Hoe belangrijk is dan oprechtheid?

Laat ik ze hier dan maar even naast-elkaar-plaatsing zetten. Ik zoek naar de oprechtheid. Ik durf het een niet boven het andere te plaatsen. Maar dat kan iedereen anders zien, zeker over de tijd.


Edouard Vuillard “L’Élegante (Lucy Hessel)”, 1891

vrijdag 3 maart 2023

Oevers van goud


Carl Irmer, “Eugen Dücker aan de Oostzee”, ca. 1885

Oevers van tranen,
Oevers van goud,
Niet meer bestaande,
Oevers bebouwd,
Wensen en wanen,
Oevers beschouwd,
Voelt het gedane
          nooit meer vertrouwd.



donderdag 2 maart 2023

Transfer gevoel


Alfred Stieglitz, “Old and New New York”, 1925

Overal langs de relingen waren gezichten; in de patrijspoorten waren gezichten. Van lijwaarts kwam een verschaalde lucht van de buikige stomer die licht slagzij makend voor anker lag met de gele quarantainevlag slapjes aan de voormast.
- ‘Ik heb er een miljoen voor over’, zei de oude man even op zijn riemen steunend, ‘om te weten waarvoor ze hier komen’.
- ‘Nou gewoon pa’, zei de jongeman die op de achterplecht zat, ‘Dit is toch het land met toekomst?’
- ‘Toen ik jong was waren het de Ierse wilden die in het voorjaar met de eerste scholen elft kwamen… Nou is er geen elft meer, en die lui, God mag weten waar die vandaan komen.’
- ‘Dit is het land van de toekomst.’

John Dos Passos, Manhattan Transfer, 1925

Waar gaan al die mensen toch naartoe, denk ik ‘s-morgens op de snelweg. Overal auto’s en niemand die botst. Iedereen doet mee. Soms snap ik er niks van. Niemand wacht. Alles gaat door.

Soms voel ik me een beetje verdrietig…

woensdag 1 maart 2023

In geval van twijfel beslist de waarheid

 
Albert Vigoleis Thelen

Ik graaf me graag in dikke boekenpillen in. Dat heb ik al sinds Oorlog en Vrede.

Eindelijk ben ik begonnen aan Albert Vigoleis Thelen, Het eiland van het tweede gezicht. De zwarte heer Bazetub ligt ook nog te wachten. Alsof ik alle tijd heb. Maar soms kan ik niet wachten.

De instruerende introductie is veelbelovend:

Alle personages in dit boek leven of hebben geleefd. Hier echter treden ze op met het dubbele bewustzijn van hun persoonlijkheid, de auteur incluis, reden waarom ze niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor hun daden, noch voor de denkbeelden die bij de lezer ontstaan. In dezelfde mate waarin de ik-gespleten personages groter of kleiner lijkt, is ook het chronologische verloop van de gebeurtenissen aan verschuiving onderhevig, mogelijk tot aan de opheffing van het tijdsgebrek toe.
In geval van twijfel beslist de waarheid.

Eigenlijk maakt Vigoleis Thelen met deze inleiding het hele verdere boek van bijna duizend bladzijden al overbodig. De kern van het menselijk leven in een enkele alinea. Wat is tijd? Wie is aansprakelijk en waarvoor? Thelen zegt het precies goed: in geval van twijfel beslist de waarheid. En zelfs dan niet!

Ik zou willen dat ik zo kon schrijven.