![]() |
Paul Mathey, “Felicien Rops in zijn studio”, ca. 1888, 146,5 x 156 cm, Musée d’Orsay, Parijs |
De doden zijn het gelukkigst.
Zo sprak vandaag een man tegen mij.
Hij kende de bundel van Korteweg.
‘Ouderen zijn het gelukkigst’,
Zo heet een bundel van Korteweg.
Het was een oudere man die dat zei.
Zo oud als ik ben geworden,
En kunstenaar
die zei dat tegen mij,
De kunstenaar die ik nooit ben geworden.
Een leven lang hopen,
voorbij,
En nog steeds was hij niet gelukkig.
Een leven lang wachten,
voorbij.
Het is een lange weg geweest,
Zo sprak hij tegen mij,
En dat alles gaf mij te denken.
Ouderen verliezen
het zicht op het geluk,
Denken dat je pas gelukkig wordt
later.
Zo’n ongelukkig leven wordt nooit meer gelukkig.
Zo’n leven is maar beter
op een goede dag voorbij.
Al is dat wel erg somber.
Ik zoek hier vooral naar het heden,
Dat zij hij tegen mij.