Labels

donderdag 14 maart 2024

Logica van het recht

 
Henri Matisse, “Vrouw voor een aquarium“, 1921-1923

In Mallorca is een jongen doodgeschopt. Een heel clubje jongens sloeg hals over kop op de vlucht, terug naar Nederland, omdat het ze te heet onder de voeten werd. Het clubje werd opgepakt, gelukkig, maar iedereen in het clubje zei: ik was het niet. En nu zegt de rechter plechtig “dat niet onomstotelijk vastgesteld kan worden wie geschopt heeft”. En niemand wordt veroordeeld voor het doodschoppen.

Het is een ernstige tekortkoming in ons rechtssysteem: het loont om de kaken stijf op elkaar te houden. Ook als iedereen weet dat het clubje er alles mee te maken heeft gehad. Er meer van weet, anders waren ze niet op de vlucht geslagen. Maar ze zeggen niks. Het loont om de kaken stijf op elkaar te houden. En dat zou niet moeten. Ook advocaten weten dat. Ook dat zou niet moeten. Het tast het gezag van het rechtssysteem aan.

Ik probeer het met logisch denken. Maar rechters zijn niet van de logica. Of laat ik zeggen: op zijn best van een andere logica. Niet de logica van het recht, in haar oorspronkelijke zin. Het begrip recht spreken is zijn lading wat verloren. “We snappen dat de uitspraak een grote klap is voor de familie van de doodgeschopte jongen”, moet de rechter gezegd hebben. Wat een rare uitspraak is, in termen van de logica. De logica van het recht.