Labels

dinsdag 15 februari 2022

Kleine Walter




Walter Benjamin was een veelzijdig filosoof, maar zijn Marxistische invalshoek doet het niet meer zo goed, ook bij mij niet. Zijn persoonlijke teksten blijven echter bijzonder. Ik lees `Berlijnse jeugd’, uit begin jaren dertig. Een merkwaardig fragmentarisch werkje waarin hij in een bevreemdend plechtstatig taalgebruik de wereld beschrijft vanuit het gezichtspunt van een kind. Walter. Een jongetje.

Walter is een kind, soms groot, soms klein, op weg naar volwassenheid. Walter die in de dierentuin telkens weer naar de otters gaat kijken, die op vlinderjacht gaat en verdwaalt, die in zijn eentje speelt in de tuin en op visite moet bij tantes. Hij is een dromerig jongetje. De kleine Walter ligt in zijn bed te filosoferen. Hij vraagt zich af: waarom is de wereld er eigenlijk? Hij is bang voor het donker en voor de dromen die gaan komen. Het maanlicht dat zijn kamer binnenstroomt. Een keer droomt hij over mannen die zijn slaapkamer binnengaan en de volgende dag is er ingebroken. Of hij droomt over het opduiken van het bochelmannetje. Je ziet hem niet, maar hij eet wel je pap op of maakt keukengerei kapot.

Al zijn latere filosofieën verbleken bij dit soort gedachten. Zulke gedachten moeten ook door zijn hoofd zijn gegaan toen hij er in september 1940 uitstapte. Sommige angsten raak je nooit meer kwijt.