Stalin als overwinnaar, op het vijftiende Bolsjewistische partijcongres, 1927 |
De fiets van mijn zoon is gestolen. Gewoon bij het station, netjes op slot, weg! Een half uur heeft hij nog langs de stallingen gestruind.
Ik denk weer aan wat Harry Mulisch schreef, over wat er door Onno heen schoot nadat Helga door een roofmoord het leven had gelaten:
Waarom werden verslaafden niet van de straat gehaald, op grond van de krankzinnigenwet? Misschien zou hij nog worden opgepakt, maar hoe stond het met die vandalen die de telefooncel hadden vernield, waardoor zij was doodgebloed? Zonder hen had zij nog geleefd. Die zouden nooit worden opgepakt, en zij werden ook niet gezocht. Werden zij op heterdaad betrapt, dan stonden ze een half uur later met een reprimande weer op straat. Roof en moord konden bestreden worden door de politie, maar vandalisme kon alleen worden voorkomen door despotisch gezag, of door God in de hemel, aan wie hier niemand meer geloofde. Hij bestond niet, maar zo lang men aan hem geloofde en zijn geboden geldigheid hadden, werden er geen openbare telefoons vernield voor de lol. Helga was dood. Was de leugen dus noodzakelijk, aangezien het alternatief despotisch gezag was? In Moskou werden net zo min telefooncellen vernield als in Mekka. Was de keuze tussen tussen misleiding en despotie?
Ik laat het Mulisch maar even zeggen. Mulisch heeft altijd gelijk. Of had, maar wat is er veranderd. Telefooncel of fiets. Soms zou je willen dat je de baas was…