Labels

zaterdag 29 maart 2025

Vederlichte herinneringen

 
Met Epi 

Er zijn nieuwe beelden van Cruijff opgedoken, in kleur. Unieke beelden van toch een unieke figuur, die mijn jonge jeugd mee kleurde. Vederlicht vliegt hij door mij geheugen. Als een nostalgisch gedicht langs mijn verleden. Cruijf is poëzie. Veel in het leven is poezië in potentie, als we het maar willen zien.

Toen Johan nog Cruijffie heette. Met namen als Nuninga, Muller.

De Europacup-finale tegen AC Milan, toen ik niet op mocht blijven.

De finale van het WK, waarin hij de beste was, van het toernooi, van de wereld. Behalve in de finale, waarin we hem na de bekende rush in de eerste minuut niet meer gezien hebben. Wat een kleine relatiecrisis niet vermag.

Schoonheid is een breed begrip. Cruijff is kunst, als Maradona, zoals Messi. Alles wat licht is heeft schoonheid.


Met Aad


Met Willem


donderdag 27 maart 2025

Binnen


Georg Schrimpf, “Meisje bij het venster (ochtend)”, 1925 

Blijf maar binnen
 Binnen is het beter
                       veilig
Het is lekker warm
                         binnen
Dus waarom zou je buiten gaan
Je hebt
                                            je eigen gedachten
                                            om je te vergezellen
Laat de rest
         maar lekker
                   buiten staan
Buiten
    heerst de angst
en is er niemand
 om te helpen
Binnen help de deur
                  die je net
                                           op slot
                                                   hebt gedaan
Binnen zijn de muren
        de strepen op behang
Buiten is het donker
Buiten schijnt de maan
Buiten zijn de sterren
Hoe ver
                                         ook hier vandaan
Zover
kun je niet reiken
Zover kun je nooit gaan
Binnen is het beter
veilig
                                lekker warm
Waarom zou iemand
 überhaupt 
   en onnodig
                                nog buiten willen gaan.


dinsdag 25 maart 2025

Vrouwen heersen

 
Ivan Olinski, “Gedichten lezen “, ca. 1939

Ik herhaal een citaat van Bob Dylan:

“I think women rule the world and that no man has ever done anything that a woman either hasn’t allowed him to do or encouraged him to do”.

Ik realiseer me hoe diep de traditionele waarheid is die erachter schuil gaat. En het gaat ook geheid fout zodra iemand zich buiten deze waarheid plaatst. Zie de grote wereldleiders. Het zijn altijd mannen bij wie het fout gaat.

zondag 23 maart 2025

Le Bal d’Opéra

 
Henri Gervex, “Le Bal de L’Opéra”, 1886

Aan het einde van de negentiende eeuw vonden in Parijs zo’n zes weken voor Aswoensdag carnavalsbals plaats, niet voor het gepeupel, zoals tegenwoordig nog steeds in Brabant en Limburg, maar voor de beaumonde. Gervex beeldt zo’n  carnavals-scène af in de Salle d’Opéra, later Opera Garnier, op en voor een balkonloge. Centraal staat echter een gemaskerde vrouw in wit, geflankeerd door twee mannen in klassieke kostuums met hoge hoeden. Bankiers misschien, of fabrikanten met veel geld, het flirten is van alle tijden. Een prachtig schilderij, van uitzonderlijke compositie. Ik houd ervan als je zelf mag invullen, ik waan me in vroeger tijden. De aandacht blijft niet steken bij de witte dame, al zou ze willen, maar wordt getrokken van links naar rechts, naar de andere aanwezigen, als ware je er zelve bij, terug in de tijd. Je zou er een roman bij kunnen schrijven, een verhaal.

Dit maakt een mooi schilderij. Het merkwaardige is dat het tegenwoordig weer kan, waar het werk van een schilder als Gervex gedurende vrijwel de gehele twintigste eeuw als academische rotzooi werd afgedaan. Geen museum dat zijn werk aankocht. Zelfs zijn beroemdste werk “Rolla” kwam van 1933 tot 2010 het depot van Musée des Beaux-Arts in Bordeaux niet uit, tot het in dat jaar werd aangekocht door het Musée d’Orsay. In 2018 werd ook “Le Bal de L’Opéra” door het museum aangekocht, waar het nu samen met “Rolla” prijkt in haar afdeling negentiende eeuwse schilderijen. Meer dan een eeuw lang was het in bezit geweest van de familie van chocoladefabrikant Henri Menier, die het begin twintigste eeuw had aangekocht, verborgen voor het modernisme, tot het weer op de markt mocht. Het werd gepresenteerd als een herontdekking. 

Ik zie het als een kleine overwinning.



vrijdag 21 maart 2025

Doodsangst


Thomas Benjamin Kennington, “Koper poetsen”, 1912

Moeder is jarig. De lente is begonnen.

Mijn vader is al vijfentwintig jaar dood, maar mijn moeder is er nog. Gewoon door blijven leven, een soort na-leven eigenlijk. Ze heeft nooit meer moeite gedaan er een nieuwe draai aan te geven. Ik ben niet bang voor de dood, zegt ze nu. Op een gegeven moment is het goed geweest. En een keer is het toch zover. 

Zo praat ze.

Maar ik kan zo niet denken, merk ik. Het gaat niet om het sterven, niet om de dood, maar om het afscheidnemen. Afscheidnemen van de persoon die je altijd nabij is geweest, is in bepaalde zin onverdraaglijk. Ik merk dat ook bij mijn cliënten. Afscheidnemen van cliënten die me een tijdlang nabij zijn geweest. Cliënten met ziekteangst, doodsangst, die uiteindelijk niet bang blijken om te sterven, maar voor het beeld dat ze hun kinderen achterlaten bij de kist waarin ze liggen opgebaard.

Mijn moeder lijkt die angst niet zo te hebben. Maar ik weet nog steeds niet of ik straks zal kunnen zeggen: het is goed zo!


woensdag 19 maart 2025

Rij voorzichtig


Walter Westley Russel, “Schoen strikken”, ca. 1910

Ik hoor me zeggen
Rij voorzichtig,
Een snelle kus
Daar rij je heen,

De kans is klein
                       dat iets gebeurd,
Maar elke afgrond
            is er één,

Denk ik snel
                          een om-correctie,

Rij voorzichtig,
                    Rij maar heen.


dinsdag 18 maart 2025

Verre herinnering

 
Dit zou’em moeten zijn

In 1965 was ik nog een kleuter. We gingen naar het circus. In het dorp, achter het politiebureau kam circus Boltini. Mijn moeder en haar zussen praatten giechelend over Rob de Nijs en Johnny Lion, want die zoud n optreden in het circus. Mijn moeder nog niet eens dertig. Zestig jaar geleden.

Later zou mijn moeder zich vooral herinneren hoe duur het was, maar ze kon niet achterblijven, blijkbaar. Piet en Bets waren er ook, met de kinderen. Een de broer van mijn vader, en mijn neefjes.

Ik herinner me alleen nog de clowns, die in een oude brandweerauto de piste opreden. De open wagen lag vol met koffers, een clown gooide ze aan de ene kant eruit en via andere clowns kwamen de koffers en via de andere kant weet in. Dat is wat ik nog herinner.

‘Rob de Nijs is dood’, zei ik tegen mijn moeder. ‘Help me eens’, zei ze, ‘wie was dat ook alweer’. ‘Oh’ vervolgt ze, ‘een voetballer toch?’ ‘Nee mam, een zanger.’

zondag 16 maart 2025

Tachtig

 


Herman van Veen is tachtig en mocht bij Ivo Niehe. Veertig-vijftig jaar geleden, toen ik nog journalistieke ambities had, was Ivo Niehe ook al op televisie. Zijn manier van interviewen irriteerde me. Zonder kritische vragen, geen vraag ook waar hij eigenlijk niet zelf het antwoord al niet op wist. Vertel nog eens… Wat oude opnames erbij en klaar. Zo zag ik dat.

Maar tegenwoordig ben ik wat milder. Het is ook een manier, kan ik nu denken. En als Herman het zich wil laten welgevallen… Herman vond het blijkbaar oké en - eerlijk is eerlijk - ik eigenlijk ook wel. Want Herman was een stukje van mijn jeugd. “Susanne” zong hij mooier dan Cohen. Wat iets wil zeggen, uit mijn mond.

Soms moet je Ivo gewoon zelf een beetje aanvullen. In een interview van vijf jaar geleden vertelt Herman: 'Soms lopen dingen anders dan gedacht. Ik zou onderwijzer worden.' Maar het liep anders. Herman denkt dat als hij inderdaad leraar zou zijn geworden, hij en zijn eerste vrouw nog steeds getrouwd zouden zijn. 'Maar ik werd een reiziger. Daar had zij niet op gerekend, ik ook niet. Je raakt raakvlakken kwijt. (...) Dat laatste gebeurde ook in mijn tweede huwelijk. Onze paden liepen uiteen.'

Ik mijmer wat na op een mooie zondagochtend. Reflecterend op mijn leven. Ik ben nooit een reiziger geweest. Ik ben een thuisblijver. Een mooi zonnetje glinster laag in  het water bij mijn achtertuin en zie dat de meesjes alweer huisjes beginnen te zoeken. Herman zingt droevig door mijn achtergrond, wat minder hard dan vroeger want mijn vrouw zit hier ook. Wat het fijner maakt. Het is goed zo!


vrijdag 14 maart 2025

Ochtend

 
Edmund Aubrey Hunt (1855-1922), “Avond in Holland”, ca. 1880-1890 

Diep-donker 
                        in het kamerbinnen 
                 de zwarte 
                     groene 
                                             gordijnennacht, 

kerkhof-schaduwen 
           over de laag-ligging 
                      van het grijzerig-witte
hard 
                     onbewegende 
                   breede 
                                    gespreide. 

Dampt huivend 
          en fronsend 
                               de mistige stilte.

Dampt huivend
en fronsend
                        door de stilstaande tijd

                     langs de oevers
                        van ons leven
  langs de oevers
   van de tijd.

naar een kleine beweging
van eeuwigheid.


Gedicht in proza, Lodewijk van Deyssel, fragment uit “Ochtend”, 1888, door mij geplaatst in de rust van het ritme, met een verkorte afronding. Zo kan het wel weer anno nu.

woensdag 12 maart 2025

Misschien geluk

 
Luis Ricardo Falero, “Fee onder de sterrenhemel”, 1885

Ik ben schuldig en u niet, mooi zo. Maar u zou toch in staat moeten zijn tegen uzelf te zeggen dat u ook zou hebben gedaan wat ik deed. Misschien met minder inzet, misschien ook met minder wanhoop, maar toch op de een of andere manier. De moderne geschiedenis heeft inmiddels voldoende bewezen, dat iedereen, of vrijwel iedereen, in een bepaalde combinatie van omstandigheden doet wat hem wordt opgedragen; en neemt u mij niet kwalijk, maar er is weinig kans dat u een uitzondering bent, net zomin als ik. Als u geboren bent in een land en in een tijd waarin niemand uw vrouw en kinderen komt vermoorden, en waarin ook niemand u komt vragen andermans vrouw en kinderen te vermoorden, prijs dan de heer en ga in vrede. Maar vergeet dit nooit: u hebt misschien meer geluk gehad dan ik, maar dat maakt u nog niet tot een beter mens.

Jonathan Littell, “De welwillenden”

Er kan geen finaal oordeel zijn. Niet voor u, niet voor mij. Iedereen is tot het slechte in staat, afhankelijk van de omstandigheden. Maar dat betekent nog niet dat het allemaal niet uitmaakt. Littell schetst de rauwe wreedheid van de oorlog. Maar ik weet of ik me daarbij neer wil leggen. Zeker niet in dit nieuwe tijdsgewricht. Een droevig citaat, hoeveel waarheid er ook in zit.

We hebben geluk gehad.

maandag 10 maart 2025

Blondine


Wilhelm Hempfing, “Zittende blondine”, ca. 1940

Wilhelm Hempfing (1886-1948) was een Duits kunstschilder die de goedkeuring van de nationaal-socialisten kon wegdragen. Hij was lid van de Reichskammer der bildenden Künste’ en nam tussen 1937 en 1944 deel aan zeker 28 exposities, waaronder alle edities van de ‘Großen Deutschen Kunstausstellung’ in het ‘Haus der Deutschen Kunst’ te München. Veel Duits-romantische landschappen en portretten, vaak ook naakten, van gezonde blonde Duitse ‘Mädeln'. Diverse nazi-prominenten, waaronder Goebbels, kochten zijn werk.

Er kleeft een mooi verhaal aan het hier getoonde ‘Zittende blondine’ van Hempfing. Het werd in 1941 door Julius Staub voor 1500 Reichsmark verworven voor zijn meester Adolf Hitler. Hitler refereert er ook aan in zijn door Henry Picker opgetekende tafelgesprekken. Het portret laat een onmiskenbare gelijkenis zien met Eva Braun, welke noch Staub, noch Hitler kan zijn ontgaan. Hoe we er ook naar kijken, het is gewoon een mooi portret, met een bijzonder verhaal. Ook dat is belangrijk. Het portret circuleert nog steeds in het particuliere circuit. Laatstelijk werd het geveild voor 4200 euro. Het had, gekoppeld aan het Hitler-verhaal, in geen enkel museum misstaan. Maar musea zijn daar schijnbaar nog steeds niet aan toe.

Dan maar in mijn eigen museumpje.



zaterdag 8 maart 2025

Demonen

 
Leon Wyczolkowski, “In het boudoir”, 1885 


Het demonische komt het meest ijzingwekkend tevoorschijn als het allesoverheersend opduikt in zomaar een mens. Ik heb dat in mijn leven meermaals zien gebeuren, zowel van nabij als van een afstand. Het zijn niet altijd de voortreffelijkste lieden, ze hebben vaak weinig geestkracht en talenten en munten zelden uit door goedhartigheid. Maar er gaat een ongelooflijke kracht van hen uit en ze oefenen een miraculeuze macht uit over alle schepselen in hun omgeving, ja, zelfs over de elementen, en wie kan zeggen hoe ver een dergelijke invloed reikt? De vereende morele krachten kunnen niets tegen hen uitrichten, en al wil het meer verlichte deel van de mensheid hen verdacht maken, hen ontmaskeren als bedrogenen of bedriegers, het is tevergeefs, want de massa voelt zich tot hen aangesproken. Zelden of nooit vinden ze onder tijdgenoten hun gelijken en niets kan hen overwinnen, behalve het universum zelf, waarmee ze de strijd hebben aangebonden.

Goethe

Goethe raakte in zijn latere leven steeds meer geobsedeerd door het demonische in de mens. Ik heb dat aspect in zijn denken nooit zo goed begrepen. Maar Goethe krijgt altijd gelijk. Vanuit een grootsheid die het slechte overstijgt. Als je meer als tweehonderd jaar geleden zo’n analyse kunt maken verdien je het nog steeds gelezen te worden. Maar hé t zijn er zoveel. En die lezen geen Goethe. Het is onbegonnen werk. Ik laat het maar gebeuren. Uiteindelijk heeft het universum ook Goethe tweehonderd jaar overleefd. En we zullen alles weer vergeten, wat ook troost geeft.

donderdag 6 maart 2025

Oren dicht

 


Soms 
       hou ik 
                             mijn oren dicht

Bouw een muurtje
       Zware gordijnen
Soms 
        kan ik 
                                    mij goed verbergen

In mijn boeken
       Schrijverijen
     Soms 
                een lach 
                                 op mijn gezicht

Koetje kalfje
            Geen chagrijnen
Soms 
         hou ik 
                                   de deur gesloten

Maar door de kieren….

 Kan de onrust 
               niet verdwijnen

maandag 3 maart 2025

Grootsheid

 
Paul Fischer, “Uitzicht vanaf het balkon van de kunstenaar, Sortendams Dosseringen”, 1887.
Een mooie dag aan de oevers van de Maas, met andere gedachten.

Iedereen heeft het over de president. Ik ook!

De president heeft een narcistische persoonlijkheid. Ik zeg het voorzichtig. Alles wat hij doet staat in het teken van de bevestiging van zijn eigen grootsheid. En daarvoor is alles geoorloofd. Als je met hem om wil gaan zul je daar rekening mee moeten houden. Je zult altijd moeten zorgen dat hij uiteindelijk de credits krijgt. De mensen die dicht bij hem staan snappen dat vanzelf. Doen dat automatisch. Maar andere mensen zijn soms hardleers. Wat niet werkt. Niemand geraakt buiten zijn invloedssfeer. Als je hem nodig hebt moet je je klein maken. Zijn macht is inmiddels te groot.

Iedereen heeft het over de president. Allemaal bevestigen we zijn gelijk.

Ik ook!

zondag 2 maart 2025

Punk herinnering

 

David Johansen is dood. Ik zag hem in 1984 op Rock Werchter. We gingen er met de bus naartoe, vooral ook omdat Lou Reed kwam. En omdat we voor het eerst in jaren niet naar Pinkpop waren geweest. Ik herinner me de hooikoorts, vanwege het gemaaide gras. Ik herinner me dat ik in mijn eentje even naar Johansen ben gaan kijken. Zonder dat het veel sporen nagelaten heeft.

Johansen heeft met zijn New York Dolls vooral zijn sporen nagelaten in de Punk scene, waar in uiteindelijk nooit middenin heb gezeten. Dat soort dingen hangen ook samen met je vrienden van het moment, die in 84 al niet meegingen om Johansen van nabij te zien.

In een naburig dorp had je een punk-band, de Brassers, en een naast de kerk gelegen punk-café die De Kwiet heette. Daar was een kleine punk-scene. Toen Hermans Brood in het dorpshuis kwam kwamen de Brassers in een busje aanrijden en vroegen of ze in het voorprogramma mochten. Café De Kwiet in de raam een kijkdag opengelaten om de kerkgangers te shockeren. Soms kwamen wij er ook. Een vriend van me lachte een keer hard en toen stond er een in zwart gekleed punkmeisje op en gaf hem een pets in zijn gezicht. “Er valt niks te lachen”, zei ze. Dat was niet onze stijl.

Maar dit alles heeft niks met David Johansen te maken. Van hem weet ik ook niet zo veel. Na zijn Hothothot-hitje was het wel helemaal klaar. Maar hij stond altijd goed op de foto. Zo zag ik me vroeger ook zelf wel, daarom ging ik misschien in 84 wel even kijken. Goed dat ik niet zo ben geworden.


zaterdag 1 maart 2025

Psychische noodzaak

 
Walker Evans, “Coney Island Boardwalk”, 1929

Trump maakt ruzie met Zelensky en mijn gedachten schieten alle kanten op.

Niet zo lang geleden kocht ik twee dikke geschiedenisboeken van Ian Kershaw, over Europa vanaf de Eerste Wereldoorlog. Tot 2017, het jaar van verschijnen. Ik ben er nog niet aan begonnen. Voor als ik pensioen heb, dacht ik bij aanschaf.

De geschiedenis laat ons het heden beter begrijpen, zeggen ze weleens. Maar die uitspraak kan inmiddels ook de ijskast in. Trump maalt niet om de geschiedenis. De boeken van Kershaw voelen nu een beetje als een biografie van een nog levende persoon, die na verschijnen de verkiezing heeft verloren. Hillary, Kamala.

Ik zag een tijdje geleden een film over de jeugd van J.D. Vance, waarin hij als een sympathieke jongen werd neergezet. Zoals ze dat doen in Amerika. Ook al zo’n biografie die niet af is. Wie weet waar het nog op uitdraait.

Je kunt nadenken over wat macht met mensen doet. Of de nabijheid van macht, ook dat. Ik ben niet goed met dominante mannen, maar heb toch een hele tijd dicht tegen bestuurders aan gewerkt. Wat vaak goed ging trouwens. Maar wat zegt dat over mij. Ik heb de analyse nog steeds niet helemaal rond.

Weer denk ik over evenwicht. En het verstoren daarvan. Waarvoor op een gegeven moment een soort van psychische noodzaak ontstaat. Misschien zit daar wel een les vanuit de geschiedenis. Of anders voor ons eigen leven. Op het zelfdestructieve af.

Kennis van psychologie laat het heden soms beter begrijpen. Maar niemand neemt er notie van.