Labels

maandag 30 december 2024

Onderbuik


Niels Frederik Schotte-Jensen, ca. 1894

Nog eentje over Freud dan maar.

Freud opperde dat wanneer mensen zich anoniem verzamelen in menigten de stem van het geweten (super-ego) verzwakt raakt door de diffusie van persoonlijke verantwoordelijkheid, en dat primitieve behoeften (Id) dan gemakkelijker geuit worden. Menigten hebben de inherente neiging te degenereren tot brullende massa’s.

Ik zie een parallel met wat er op het internet gebeurt. Het internet heeft een anonieme menigte op globale schaal gecreëerd en driften zoeken er om onmiddellijke bevrediging. Porno en geweld zijn overal. Bedreigingen en haat evenzeer. “Groepen”, aldus Freud, “hebben nooit gesmacht naar waarheid”. Het Id maalt niet om feiten en bewijs. De onderbuik viert hoogtij.

zondag 29 december 2024

Vrije energie

 
Niels Frederik Schotte-Jensen, 1890

Soms lees je iets en openbaart zich het volledige leven, in twee korte alinea’s.

Karl Friston (1959) wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste neurowetenschappers van onze tijd. Via Freuds principe van de constantheid kom ik bij Fristons principe van de vrije energie. Het gaat daarbij volgens Friston om een fundamentele natuurwet die stoelt in de biologische evolutieleer. Volgens Friston moeten alle levende organismen een lichaamsgrens handhaven en weerstand bieden aan entropie, die anders zou leiden tot desintegratie van de innerlijke staat. Ofwel tot de dood. Het gaat om overleven. Het is een wezenlijk principe, niet alleen om de evolutie te begrijpen, maar wellicht onze hele menselijke samenleving. En meer, groot en klein. De reikwijdte beslaat het hele leven.

Op een minder hoogdravend niveau komt het er op neer dat mensen, als alle levende wezens, voortdurend bezig zijn met energie besparen. Oftewel: we streven naar rust en stabiliteit, willen dat verwerven en behouden. We proberen onzekerheid en onverwachte gebeurtenissen in de kiem te smoren door voortdurend mentale modellen te maken die anticiperen op wat komt. En als we daar niet mee kunnen dealen eindigen we bij de psycholoog. Ik zie dat elke dag opnieuw.

vrijdag 27 december 2024

Menselijk

 
Sigmund Freud met dochter Anna, omdat het een mooie foto is.
Omdat alle vaders menselijk zijn. En ook niet vaders natuurlijk.

Ik lees een passage uit een boek van Frank Tallis over Freud, die me raakt. Een passage over de Rattenman, oftewel Ernst Lanzer (1878-1914), waarover ik al op Wikipedia schreef:

In loop van onze levens zijn er altijd momenten waarop we hopen moed te tonen, of ons kunnen onderscheiden. Maar er zullen ook momenten zijn waarop we bij wijze van spreken met Ernst in een hal zullen staan en een spiegel tussen onze benen houden. Dit is een zeer Freudiaanse visie op de mensheid, een visie die gedurende millennia in universeel in de kunst en literatuur is afgeweerd. Pas na Freud werden beelden van de menselijke absurditeit algemeen gangbaar.

Als karakter biedt Ernst een voorproefje van het absurde theater. Zijn belachelijkheid is amusant, maar toont ook een ondergrond van metafysische dwingelandij. Waar past masturberen bij het geluid van een posthorentje in Gods almachtige plan? Welk doel in de grote orde der dingen wordt gediend door een kind dat onder de rokken van gouvernantes kruipt? We kunnen Ernst gemakkelijk plaatsen op een ‘landweg met boom’ van Samuel Beckett in ‘Wachten op Godot’, een toneelstuk dat nachtmerries combineert met de gevatheid van vaudeville, van een luchtig toneelstuk. Becket, die leed aan verlammende angsten en depressiviteit, werd in de Tavistock Kliniek behandeld door psychoanalyticus Wilfred Bion. Hij was bekend met psychoanalytische literatuur. In de laatste scène van ‘Wachten op Godot’ zakt de broek van Estragon naar beneden. Pierre Latour, die Estragon speelde in de eerste productie van het toneelstuk in 1953, verzette zich daartegen. Maar Beckett was onverbiddelijk. Het was niet alleen noodzakelijk dat Estragons broek afzakte, maar hij moest echt op zijn enkels vallen. Toen ook lord Chamberlain, de oogste functionaris n de konklijke huishouding, eiste dat er geen broeken mochten vallen in de eerste Londense productie van het stuk, was Becket opnieuw op geen enkele wijze bereid daaraan gehoor te geven, hoewel hij had ingestemd met diverse andere veranderingen. Het beeld van Ernst met zijn broek op de enkels, een spiegel in de hand, heeft een kracht die verder reikt dat komedie. Het is in zekere zin wezenlijk. Een eerlijke en nederig makende herijking. Een noodzakelijk uitdaging van ouderwetse, narcistische grootsheidswanen. Zelfs als hij in een luchtspiegeling tussen Vladimir en Estragon staat, is Ernsts aanwezigheid in wezen geruststellend. Hij is absurd, maar ook heel aardig. Zo aardig dat Freud hem voor het diner uitnodigde.

Wat we achter gesloten deuren mogen doen, hoe vreemd we ook mogen lijken in de schijnwerper van de rede - met een broek rond onze enkels -, er is altijd og de mogelijkheid van acceptatie en een vriendelijk gesprek . Freud heeft plaats voor ons ingeruimd aan zijn tafel we worden nog steeds uitgenodigd - we zijn nog altijd menselijk.

Ik denk aan Stalin, die in zijn eentje crepeerde tijdens zijn laatste uren. Wie zegt dat er niets menselijks in hem zat, niks aardigs. Ik zou hem wel eens willen analyseren, mocht hij ooit terugkeren.

Ik denk aan sommige van mijn cliënten, en weet weer waarom ik terug psycholoog ben geworden. Sommigen zou ik zo uitnodigen voor het diner. We zijn nog altijd menselijk.

donderdag 26 december 2024

Hoop

 
Kerst 1957

En nog eentje voor kerst.

Koningin Elisabeth na haar kersttoespraak in 1957, de eerste die live op televisie werd uitgezonden.

Ze lijkt gelukkig. Ze is mooi, nog voor ik werd geboren. Eigenlijk herinner ik me haar alleen maar in verval. En nooit zo gelukkig als op deze foto.

The Crown is een mooie serie. Als je deze foto ziet weet je weer dat het allemaal waar is. Dat ook achter de muur van goud alleen maar gewone mensen wonen. Met al hun absurditeiten, maar ook gewoon aardig. Dat het niet altijd zo hoeft te zijn dat macht mensen verandert, corrumpeert, perverteert.

Dat geeft hoop.

woensdag 25 december 2024

Sentiment en geluk


Kim Novak, kerstmis 1958

Kim Novak, kerst 1958. Omdat ze aan mijn moeder doet denken. De laatste kerst die ik nog niet mocht meemaken. Net als al die keren daarvoor. Net als al die keren die straks nog gaan komen.

Maar zover is het nog niet.

Kim Novak leeft nog steeds. Net als mijn moeder. Ze maken de boom niet meer zelf op, maar met kerst is het goed dat ze er nog zijn. Daar is kerst voor. En om straks te gedenken als ze er niet meer zijn.

Allez. Met kerst mag het een beetje sentimenteel. Misschien is sentimentaliteit wel een wezenlijk onderdeel van geluk. Wie niet denkt aan wat geweest is, kan niet genieten van wat komt. Kan niet genieten van wat is.

Laat dat mijn kerstboodschap zijn. Voor wie dit mag lezen.

zaterdag 21 december 2024

Te lang gewacht

 

Lenin was dit jaar honderd jaar dood, wat niet meer groots werd herdacht.

Als liefhebber van Russische literatuur heb ik altijd al een keer naar Rusland willen gaan. Vanaf dat het kon, zo’n beetje al vanaf de perestrojka, heb ik het plan gehad in 2024 naar Moskou te reizen om de gebalsemde Lenin te gaan zien. Rusland en Lenin. Twee doelen in één. Het jaar is inmiddels bijna om maar ik ben niet geweest. We weten waarom. Te lang gewacht, als wel vaker.

Toch treur ik niet. Er zijn wel meer plannen de ijskast in gegaan, niet alleen in 2024. Doorgaans gebeuren er weinig grootste dingen in een doorsnee mensenleven, zoals het mijne, alle plannen ten spijt. En misschien is het ook wel beter zo. Grote plannen zijn voor jonge mensen. Op mijn leeftijd droom je kleiner, vanuit een luie stoel, met een borreltje en een boek, onder de kerstboom, dicht bij huis.

Ik laat het Moskou-plan maar varen. Lenin is al even mijn held niet meer zo. 

Als je maar lang genoeg wacht. 

donderdag 19 december 2024

Op de rand van verdwijnen

 
Andermaal Nina Leen, 1957, soms is dubbel niet erg


Op de rand van verdwijnen

Wordt verleden een leugen

Een vergeten gedachte
                       is zo goed als een leugen


 (restant van een langer gedicht)


dinsdag 17 december 2024

Drie dingen


Vilhelm Hammershøi, “Interieur, Frederiksberg Allé”, 1900

Mijn moeder leeft nog steeds, zou in beginsel nog jaren kunnen leven, maar de laatste tijd lijkt dat geen goed scenario meer. Ik weet niet goed hoe ik daarmee om moet gaan, ook al zou je denken een psycholoog je dat moest weten. Ik weet het ook niet altijd. In eigen kring moet je vooral geen psycholoog willen zijn. Ik vertaal maar een gedicht. Dat is denk ik een beetje mijn manier om met dit soort dingen om te gaan. 

Een fragment uit Mary Oliver’s “In Blackwater Woods”, in American Primitive,1983:

    <…>
    To live in this world                                  Om in deze wereld te leven
    you must be able.                                    moet je in staat zijn
    to do three things:                                    tot drie dingen:
    to love what is mortal;                              houden van wat sterfelijk is;
    to hold it                                                   het vasthouden 
    against your bones knowing                    vast tegen je knoken alsof
    your own life depends on it;                     je leven er van afhangt 
    and, when the time comes to let it go,     en, als de tijd komt om het los te laten
    to let it go.                                                los te laten.

zondag 15 december 2024

Uit het niets

 


Je kunt op veel manieren dichten.

Je kunt starten van een gedachte en thema en je arbeid beginnen, strak systematisch, gekaderd door metrum en rijm, en vervolgens net zo lang schaven tot de vorm de inhoud overstijgt. 

Je kunt ook gewoon beginnen en vanuit de diepere lagen van het bewustzijn gedachten op laten borrelen, tot verholen gevoelens en gedachten stilaan manifest worden. Natuurlijk kun je dan nog wat schaven aan metrum en rijm, al dan niet te koste van de oorsprong, maar de basis blijft associatief.

En waarschijnlijk zijn er ook nog andere manieren.

Hoe je het ook aanpakt, je start altijd vanuit een leeg blad, en wat later is er een gedicht, daar waar eerder niks was. Je creëert, wat een diep menselijk verlangen is, zoals alle gedichten, in elk geval de associatieve in wezen in wezen altijd over verlangen gaan, of over gemis. Over hoop en verlies. Altijd eindigend in het niets.

vrijdag 13 december 2024

Zeven zuiver

 
Alfred Munnings, “Meisje op bed”, 1917

Achter deuren duister zonde
Achter woorden zonder naam
Achter zuiver zeven wonde
Zie je zwak de dader staan

Achter woorden nooit gesproken

Voelt de de zonde 
                             ongewroken

Zeven zuiver 
                             woeste wonde
                             zal zo zachter
                                                                     open gaan.

woensdag 11 december 2024

Catharsis

 
Klimt, “Medizin”, 1901-1907 (vernietigd in 1945)

Ik lees een biografie van Freud, die in Wenen woonde. 

Even een overpeinzing.

Hoe merkwaardig kan het voelen om te lezen dat ons psychologenvak zich in honderddertig jaar, sinds het aller begin dus van de psychologische wetenschap, in de basis zo weinig veranderd heeft. Bevestigd te krijgen wat ik ergens altijd heb geweten. Met Freud is de interesse ooit begonnen.

Nog voor 1900 schreef Freud over hysterie, casussen, met Breuer. De basisgedachte was om symptomen te verbinden aan oude trauma’s. Als de koppeling goed werd gemaakt vond een vorm van catharsis plaats en trad verlichting op. In feite precies wat ik nog altijd doe. Ik zie het nog elke dag. Freud zag het toen niemand het nog zag, en dat verdient lof, meer dan Karel hem ooit heeft willen geven.

Natuurlijk. Ik zie ook wel hoe Freud steeds weer naar de conclusie toe redeneert, dingen erbij bedenkt, andere zaken negeert. Hij past zijn bewijsmateriaal voortdurend aan aan de theorie, maar het maakt de theorie niet persé minder waar. En het werkt, nog steeds. Dat is wat ik constateer, hoewel, toegegeven, nog steeds met weinig bewijs.

Misschien moet ik straks eens een boek gaan schrijven over Freudiaanse aspecten in EMDR en schematherapie. Ik bedoel maar. Jammer alleen dat Karel het niet meer zal lezen.

maandag 9 december 2024

Kind van de overgang

 

Ik ben, linksom of rechtsom, toch een kind van de twintigste eeuw. Een eeuw van idealen, ideologieën, grote dromen. Intussen zitten we al weer vijfentwintig jaar in de nieuwe eeuw en de ideologieën zijn vervlogen, stukgelopen tegen de ellende die het heeft gebracht. Van de idealen uit mijn adolescentie is weinig gekomen, ze zijn stukgelopen op mijn welvaart. Ik heb dit weekend de kerstboom weer gezet en leg me toe op de simpele deugden van het leven. Zoek het geluk vooral dicht bij huis, is mijn lijfspreuk geworden.

Linksom of rechtsom ben ik een kind van mijn tijd, van de overgang wellicht. Ik zoek het geluk al zo lang dicht bij huis. Veilig, verborgen in mijn boeken, zoekend naar wat schoonheid. Of het meer geluk heeft gebracht kan ik nooit weten, maar in elk geval minder ellende. De afwezigheid van ellende, misschien is dat wel waar het om draait. Niet voor niks ben ik psycholoog geworden. Kind van de overgang.

En dat voelt niet goed…

zaterdag 7 december 2024

Ruytinx, zijn oom en een vroege dood

 
Henri Privat-Livemont, “In het atelier”, portret van de schilder Ruytinx”, 1899

Een mooi schilderij van Henri Privat-Livemont (1861-1936), die ik eigenlijk alleen kende van zijn posters. Afgebeeld wordt zijn neef, de schilder Alfred Ruytinx (1871 - 1908), gezien op de rug, aan het werk in het atelier van zijn oom in de Florisstraat te Schaarbeek. De jonggestorven Ruytinx, minder dan tien jaar later zou hij overlijden, schilderde vooral stillevens en bloemencomposities. Ook Privat-Livemont had een grote voorliefde voor voorstellingen van bloemen, waarmee hij zijn werken bezaaide. Kort voor Ruytinx’s dood maakte Privat-Livemont een muurschildering op het huis van zijn jongere neef, eveneens te Schaarbeek. Het is alsof dekens dood al jaren voelde aankomen.

Muurschildering door Privat-Livemont op Ruytinx huis en atelier, 1906.
Nog steeds te zien, Voglerstraat 17, in 1991 gerestaureerd.

Ik weet niet waaraan Ruytinx gestorven is. Als schilder is hij schier vergeten. Een paar van zijn boeketjes dan maar om hem te gedenken. Meer dan een paar honderd euro brengen ze niet meer op.






donderdag 5 december 2024

Omschakeling

 


Tja, ben ik toch maar niet begonnen aan de biografie van Karel van het Reve, maar aan die van Sigmund Freud, die ik op de e-reader heb. Karel (ik mag Karel zeggen) zou zich omdraaien in zijn graf. Schreef ik enkele dagen geleden nog dat ik hem bewonderde, schakel ik door naar een van de personen die hij het meest verguisde. En toch voel ik ook een fascinatie voor Freud. Drie hoofdstukjes verder voel ik ook sympathie. Het kan blijkbaar allemaal samen, binnen mijn denkraam, en waarom ook niet. Freud moet je door een andere bril beschouwen dan die van Karel, ook al heeft Karel in de strikte zin des woords altijd gelijk. Je kunt alleen altijd gelijk hebben als je altijd door dezelfde bril kijkt, wat prijzenswaardig is, maar niet voor mij.

Karel was een man uit één stuk. Ik niet, denk ik. Maar I k weet niet of dat erg is.

dinsdag 3 december 2024

Niet voor mezelf

 
Anna Ancher, “Meisje in de keuken”, 1883-1886

Soms 
ben ik angstig, 
dat dingen fout kunnen gaan, 
dat dingen fout zullen gaan.
Soms 
luister ik naar cliënten, 
die bang zijn 
dat dingen fout kunnen gaan, 
dat dingen fout zullen gaan.
Soms 
denk ik dat het helpt 
om te luisteren naar anderen, 
die bang zijn 
dat dingen fout zullen gaan.
Soms 
denk ik dat het helemaal niet helpt, 
om te luisteren naar anderen,
Maar ik zit hier ook niet voor mezelf, 
ik zit hier ook niet voor mezelf.
Niet zo tenminste.
Zo zit ik hier niet voor mezelf.

zondag 1 december 2024

Boze Karel

 


Als iedereen zou schrijven wat hij dacht zou haast iedereen interessante dingen kunnen schrijven. De moeilijkheid is dat iemand die iets denkt, dat niet kan opschrijven, ja het haast niet denken kan. Het menselijk denken en het menselijk schrijven is voor 90 of 99% imitatief: wij denken alleen wat anderen denken, en de enkele keer dat wij iets eigens denken kunnen we dat niet opschrijven.

Uit: Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes.

Ik ben niet zo van het bewonderen, maar als ik dan toch iemand moet noemen zou het Karel van het Reve kunnen zijn. Zijn verzameld werk staat altijd binnen handbereik, met een voortdurende regelmaat lees ik weer een stukje en kom ik tot rust.

Na lang aarzelen heb ik nu toch de biografie van Willem Melching gekocht. De aarzeling zat hem in de recensies, die spraken over een politieke biografie, die vooral gaat over Karel’s denken en de ontwikkeling van zijn opvattingen. Het persoonlijke krijgt minder aandacht. Alsof je deze kunt scheiden, dacht ik steeds. En denk ik nog steeds.

Iets anders is ook weer dat in mijn zienswijze het mooie van Karel is dat je zijn denkwijze niet kunt vatten, en dus ook de ontwikkeling niet. Natuurlijk, hij werd opgevoed in een communistisch nest en later verwierp hij het communisme, maar niet om inhoudelijke redenen, maar vooral omdat hij van mening was dat niemand je ooit zou mogen zeggen wat je moet denken. Wat dat betreft is de titel dan wel weer prima gekozen. 

De aarzeling zat hem ook een beetje in de foto op de omslag. Ik zag er toch weer een oude norse communist in, die Karel zelf zo verwierp. Net als ik, niet om hun communist zijn, maar om hun mens zijn. Het is niet mijn bloedgroep, die oude communisten. Ik proef het ook een beetje aan de staccato stijl van Melching, die me al wat tegenstond toen ik het boek vorig jaar bij Broese ter hand nam. Ook vroeg ik me af of het wel goed is als een bewonderaar een biografie schrijft over de bewonderde held.

Hoe kan het zijn dat ik Karel toch zo bewonder? Want dat doe ik. Misschien moet ik gewoon maar eens beginnen met lezen. Wellicht dat ik zo van mijn vooroordelen afkom.