Rembrandt of een volger, “Lezende man in hoge kamer”, ca. 1630 |
Ik lees Bloedlanden van Timothy Snyder. De verwoestende omvang van de slachtingen die zich tussen 1941 en 1943 in midden Europa afspeelden is nog steeds niet te bevatten. Hoe kon zoiets gebeuren? Snyder zoekt verklaringen in laat negentiende eeuwse darwinistische theorieën die een gewelddadige strijd tussen tussen rassen of nationaliteiten in naam van de vooruitgang legitimeerden. Hitler en Stalin hadden theorieën. Maar het zijn niet de theorieën, het zijn de angsten. Theorieën kun je veranderen, vervangen, angsten niet. Collectieve angsten, individuele angsten. Zorgen dat je de sterkste bent, de sterkste blijft. Ook dat is Darwinisme.
Angsten bekruipen ook de grote leiders. Netanyahu, met zijn persoonlijke angsten voor wat er komt na zijn val. En de grote leiders beïnvloeden weer de angsten van de massa’s. Tolstoj geloofde niet in de bepalende kracht van grote mannen, de angsten van de massa’s zijn er gewoon al, natuurlijk, maar grote mannen kunnen ze wel sturen, beïnvloeden, gebruik maken van de collectieve angsten die er al zijn, gevoed door hun eigen individuele angsten en complexen. En die van iedereen. Zo bezien zit het toch net wat ingewikkelder in elkaar dan Tolstoj doet vermoeden. Angst verpulvert de ratio. En omdat er altijd angsten zullen zijn, collectief en individueel, zal het zich nooit oplossen.
Misschien moet ik daar maar eens een studie aan wijden.