Labels

woensdag 29 mei 2024

Vroeger is voorbij


Saul Leiter, “In my room”, 1940

Nu kan het me niks meer schelen,
Ik denk dat iedereen beter af is,
Ik dwaal niet meer terug naar vroeger,
Vroeger is voorgoed voorbij
Alleen de muziek van vroeger,
Blijft me nog een beetje bij,
Wat brieven en een kaartje
Suzanne neemt me mee,
Naar een bank daar aan het water,
Dat waren ooit wij twee,
Wij twee,
We zaten zij aan zij,

Maar het kan me niks meer schelen,
Want vroeger is voorbij.


zondag 26 mei 2024

Raphael Soyer

 
Soyer in zijn atelier, met model, begin jaren veertig 

Raphael Soyer (1899-1987) werd geboren in het Russische Don-gebied als de helft van een eeneiige tweeling. Zijn familie was Joods en emigreerde in 1912 uit angst voor pogroms naar Amerika, New York. Daar volgde hij kunstopleidingen en legde zich toe op de realistische schilderkunst, wars van het modernisme. Nadat hij zich onder invloed van de Ashcan School toelegde op stedelijke thema’s, schilderde hij later vooral portretten, vaak van familie en bekenden veel zelfportretten ook, altijd zoekend naar psychologische diepte. Zijn naam in de kunstwereld rees mede door de interesse in zijn werk van kunstverzamelaar Victor Ganz. Hij overleed aan kanker kort nadat ik getrouwd was, maar dat heeft er natuurlijk niks mee te maken.

In 1981 werd Soyer geïnterviewd door Milton Brown en vertelde dat hij zoveel van Degas hield, net als ik: “Hij doet me denken aan… Ik bedoel, als hij een schrijver was zou hij zijn als… Te zeggen, als hij een schrijver was, dan had hij kunnen zijn als een van die Russische schrijvers”. Waarvan ik ook houd. Lijntjes genoeg.

Wat valt er verder te vertellen. Wat mij vooral fascineert is bovenstaande foto in zijn New Yorkse studio, begin jaren veertig. Het model zit achter een kamerscherm, maar wordt toch met ontbloot bovenlijf gefotografeerd. Soyer zelf schildert een portret, mogelijk het hare. Hij schilderde haar vaker begin jaren veertig, ook naakt. In 1946 schrijft hij onder haar portret: “For my friend Thurman Lee”. Wie zou de foto hebben gemaakt? Waarom zit ze achter het scherm als ze zich voor de camera verder niet verborgen houdt? Wie was de fotograaf? Wat was de relatie tussen Soyer en het mooie model? Ze zou zo uit onze tijd gestapt kunnen zijn, uit een Vogue van 2024? Gisteren schreef ik over Rudolf Steiner en schoonheid die vooraf gaat aan erotiek. Soyer, zoekend naar innerlijke schoonheid, moet daar wel wat van begrepen hebben.


“In de studio”, 1944




Model (Voor mijn vriend Thurman Lee), 1946

zaterdag 25 mei 2024

Voorlichting in schoonheid


Erwin Blumenfeld (1897-1969), “Nude, Paris”, 1936

Wanneer men als leraar jongens en meisjes die geslachtsrijp zijn geworden het praktische leven wil binnenleiden, dan kan men soms vertwijfeld raken over de onhandigheid van uitgerekend deze leeftijd. Men moet zich dan de vraag stellen: is er een manier om deze jongens en meisjes wat handiger te maken?
Als men naar het werkelijke leven kijkt, en dus niet naar abstracte theorieën, dan komt men ertoe jonge mensen tussen hun tandenwisseling en puberteit zoveel mogelijk schoonheid bij te brengen en het leven werkelijk kunstzinnig op te vatten. Hoe meer men hen begrip voor het schone bijbrengt, hoe meer ze doordrongen worden met innerlijk begrip voor het schone, des te beter zullen ze tijdens de geslachtsrijpheid voorbereid zijn op het werkelijk praktische leven, zonder dat hen voor het hele verdere leven schade wordt toegebracht. Men kan een tram of een trein pas zonder gevaar met het verstand benaderen, als men zich eerst het esthetische begrip voor een schilderij of een beeldhouwwerk heeft eigengemaakt.

(Rudolf Steiner) 

Onze nieuwe rechtse regering wil zich zelfs bemoeien met de seksuele voorlichting op scholen. Van Rudolf Steiner hebben ze voorzeker nog nooit gehoord. Kern van Steiners antroposofische pedagogiek is dat schoonheid aan waarheid voorafgaat. Kunst vormt de grondslag van kennis en wetenschap. Als we kinderen geen gevoel voor esthetica, schoonheid bijbrengen, dreigt een dodelijke verveling bij de confrontatie met de hedendaagse wetenschappelijk materialistische benadering van de wereld. Hij ontwikkelt dan een onnatuurlijke introvertie die bij de volwassen, geslachtsrijpe mens volgens Steiner onontkomelijk leidt tot machtswellust en erotische drift.

Eigenlijk zegt Steiner: als je het schoonheidsgevoel in het kind niet ontwikkelt tast dat de gezonde fundamenten in de mens aan. Seksuele voorlichting moet passen bij de belevingswereld van het kind en is meer dan uitleg alleen. Durf het als iets moois te zien. Seksuele beleving zonder gevoel van schoonheid drijft zeker in deze tijd van internet naar een verkeerde richting, zonder dat we daar de gevolgen al van kunnen overzien. Goed dat onze nieuwe rechtse regering daar een keer naar wil kijken. Alleen twijfel ik of ze Steiner daarbij zullen raadplegen. Dat leidt alleen tot leerachterstanden, zal iemand wel weer roepen.

Over die tram en die trein denk ik nog even na.

donderdag 23 mei 2024

Vanonder de zee

 
Harvey Turtz, “Portrait of Debby Schultz”, 1952

Kleine knopjes,
Kleine kralen,
Kleine knoopjes,
Kleine koralen,
Vanonder de zee,
Neem ik voor je mee,
Kleine verhalen,
Van spiegel en fee,

Neem ik voor je mee,

Vanonder de zee.

maandag 20 mei 2024

Keine Maikäfer

 


Es gibt wichtigere Dinge, aber ich schreibe trotzdem
Auf ein Birkenblatt die Noten für ein Käferrequiem
Es gibt sicher ein Problem, dessen Forschung sich mehr lohnt
Als, warum denn heut' im Parkhaus, wohl kein Maikäfer mehr wohnt

Reinhard Mey

Mijn ouders hadden in de jaren zeventig een LP van Reinhart Mey. “Es gibt kleine Maikäfer mehr”. De insecticiden hadden hun verdelgende werk gedaan. Maar dan vandaag… Ik heb wat in mijn tuin gewerkt en bij het opruimen van het tuinafval zie ik er ineens eentje kruipen. Snel maak ik een foto en zoek op het internet. Een meikever! Ze leven nog! Ik weet hoeveel ontwikkeljaren als engerling aan de huidige toestand zijn vooraf gegaan. Mijn vader legde het me als kind al eens uit. Even opgetogen. Maar één kever maakt nog geen lente, of hoe zeggen ze dat. We krijgen een kabinet dat niet zoveel opheeft met de natuur. Andere plannen hebben blijkbaar voorrang. Mij wordt niks gevraagd. Het requiem van Reinhart Mey zingt voortdurend door mijn hoofd. Ik denk aan mijn vader. Aan Reinhart Mey. We zijn vijftig jaar verder. Alles wat er gewonnen is is zo ook weer verloren. Het moment voorbij wordt ik er niet vrolijker van.

zondag 19 mei 2024

Nescio en Voskuil

 


Kort na verschijnen in 2009 kocht ik Voskuils “Onder de huid”. Ik was er nog niet toe gekomen om aan “Het bureau” te beginnen, maar nu leek het tijd. Uiteindelijk las ik de hele cyclus, “Bij nader inzien”, “Onder de huid” en alle zeven delen van “Het bureau” over een periode die, met enkele onderbrekingen, een vol jaar besloeg, van zomervakantie tot zomervakantie. Het was een unieke leeservaring, waar ik meer mensenkennis mee op heb gedaan als ik toen op mijn werk deed. Een hele tijd immers werkte ook ik, net als Voskuil, gewoon op kantoor.

Ik heb wel eens verwantschap gevoeld tussen Voskuil en Nescio. In leven zowel aan werk. Nu ben ik Voskuils dagboeken aan het kopen en met stukken aan het lezen. Voskuil schrijft ” dat hij niet van Nescio houdt. “Iemand die zich Koekenbakker noemt deugt niet”, zo staat er.

En toch moet er herkenning zijn geweest.

Zou Voskuil misschien bang zijn geweest voor de Koekenbakker in zichzelf? Want zo kan het ook werken. Een bureau vol koekenbakkers. Daar wil je maar liever niet mee geconfronteerd worden! 

“Deugt een man die zichzelf Koning noemt”, lees ik in de “Groene Amsterdammer “.

Geert van Oorschot zei tegen hem: “Dat jij niet van Nescio houdt komt door je vader <…> Ik weet meer van de verhouding tussen jou en je vader dan jijzelf”. Voskuils vader was groot liefhebber van Nescio. Weinig mensen willen zijn  zoals hun vader.

Dat merk ik ook zelf, af en toe, ooit zoon, nu zelf vader zijnde. 

Wat Voskuil nooit geweest is.

donderdag 16 mei 2024

In het café

 
Robert Koehler, “In het café “, 49,8 x 38,1 cm, 1887, particuliere collectie 

Robert Koehler (1850-1917) was een in Hamburg geboren kunstschilder die al op 3-4 jarige leeftijd met zijn familie naar Amerika (Milwaukee) emigreerde. In 1871 trok hij naar New York en bezocht daar de National Academy of Design. In 1873 ging hij naar Duitsland om te studeren aan de kunstacademie van München, waar hij vriendschap sloot met William Merrit Chase en Frank Duveneck. In 1892 keerde hij terug naar New York, waar hij ook in het kunstonderwijs actief werd.

Misschien wel het mooiste schilderij van Koehler is “In het café” uit 1887, in 1893 tentoon gesteld tijdens de Columbian Exposition in Chicago. Merkwaardig is het ook, tenminste voor mij. Bij goed kijken zie je namenlijk op de raam van het café staan: Thee en chocolade, in het Nederlands notabene. Op Vlaams, zo men wil. Ik heb niet kunnen achterhalen welk uniform de man voor het raam draagt.

Op de stoel naast de elegante dame ligt een hoge hoed. Zou die van Koehler kunnen wezen, die even een schets wilde maken? In 1886 ontmoette Koehler zijn latere vrouw Marie Fischer in het Zuid-Duitse Überlingen, aan de Bodensee. Is zij het? Zouden ze op huwelijksreis zijn geweest?

Vanavond was ik uit eten, met collega’s. In een knusse gelegenheid. Het was gezellig, met mooie mensen ook aan andere tafeltjes. Bijna honderdveertig jaar later is er toch ook veel hetzelfde gebleven, denk ik dan. En dat doet me deugd. Soms is het gewoon goed. En mensen zelf veranderen ookniet zo snel… zelf veranderen ook niet zo snel…

dinsdag 14 mei 2024

Léon de Smet

 
Vrouw bij de spiegel, 1915

Léon de Smet (1881-1966) was een Belgische kunstschilder, broer van de wat bekendere modernist Gustave de Smet (1877-1943). In zijn beginjaren werkte hij in de stijl van het luminisme, een Belgische variant van het pointillisme, met veel aandacht voor heldere lichteffecten. Hij maakte deel uit van de zogenaamde tweede Laremse groep, welke veel invloed had op het Belgische kunstleven in de periode voor de Eerste Wereldoorlog.

Léon de Smet had een voorliefde voor poëzie. Dat leest zich af uit zijn vroegen luministische werken, die als gedichten zo mooi zijn. Als de mooie meisjes in wapperende zomerjurken, de kwetterende meesjes in mijn Elzeboom, als de regenboog die vormt vanuit mijn achtertuin, waar het goed is. Zoals het voelen moet. Léon wordt tegenwoordig een beetje vergeten, soms niet genoemd op plekken waar dat wel had gemoeten. Laat ik hem hier nog maar eens opvoeren dan, met zijn permissie, ongetwijfeld.


De verliefden, 1911


In de tuin, mevrouw De Smet en een vriendin, 1913


Vrouw voor de spiegel, 1909


Roze harmonie, 1912


Vrouw met kind aan de Leie, 1909


Vrouw aan het raam, 1909


zaterdag 11 mei 2024

Dit is het land…

 
Winslow Homer, “Boys in a Dory”, 1880


                               Dit is het land, waar grote mensen wonen.
                               Je hoeft er nog niet in: het is er boos.
                               Er zijn een boel afgunstige personen,
                               Je krijgt er ook maar zelden nog kado’s

                               En in dit land zijn oh zo veel dwazen
                               Op de buis, in het nieuws, haast elke dag,
                               En ook op het werk zijn altijd weer bazen
                               Die jou telkens weer vertellen wat niet mag.

                               En in dit land zijn de grote avonturen
                               Enkel op een nog groter scherm te zien.
                               En je er mag niet kijken achter muren,
                               Omdat je anders je droombeeld zou zien.

                               En niemand durft zich daar echt te tonen,
                               Vaak hebben ze ook nog heel slechte zin.
                               Dit is het land waar grote mensen wonen...
                               Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.


                               Vrij naar Annie M.G. Schmidt

Consistentie

 


Normaal zou ik er geen aandacht aan besteden, maar nu ik gisteren Joost Klein haalde toch ook vandaag nog maar even.

Een goed hart, zo had ik gezien. En nu is er een incident, slaat hij een journalist, of zoiets. Bij schrijven weten we het nog niet.

Theatrale mensen zijn vaak kwetsbaar.

Het gaat allemaal samen. En precies dat maakt het vaak zo verwarrend.

Normaal zou ik er geen aandacht aan besteden, wat boeit het songfestival, maar vandaag wel. Misschien wel om wat ik gisteren schreef. Ook ik zoek naar consistentie. Ook ik trek dissonanties glad.

Maar dat wil niet zeggen dat ik geen gelijk heb!

vrijdag 10 mei 2024

Theatraal kwetsbaar

 


Joost Klein is naar de finale. 

Na zijn kwalificatie zei hij te denken aan "alle wezen in de wereld, alle mensen die anderen vergeten, aan de leraren die gepest worden in de klas en de mensen zonder huis."

Als psycholoog zie je het allemaal voorbijkomen.

Het is waarom ik weer terug ben gegaan naar mijn oude vak.

Als je zoiets kunt zeggen moet je wel een goed hart hebben.

Soms zegt iemand iets, terloops of weldoordacht, en ga je hem plots anders zien. Daar is een vakterm voor die me zo snel niet te binnen schiet. Het gebeurt meestal in de negatieve zin: iemand gooit er ineens een zinnetje tussendoor dat je diep kwetst en het beeld dat je hebt van deze persoon kantelt, in ene.

Maar het kan dus ook in positieve zin.

Theatrale mensen zijn vaak erg kwetsbaar.

Van mij mag hij winnen morgen.

dinsdag 7 mei 2024

Ten lange leste

 
Thomas Burke, “Vanuit mijn studioraam”, 1938-1940

En als je dan
Ten lange leste
Eindelijk bent
Waar je altijd wilde wezen,
Dan mis je het verlangen
Naar de wensen van zoeven,
Waarvan je niet meer weet
Waar het alles is gebleven,
Dan zoek je opnieuw
Naar de rest van je leven.


zondag 5 mei 2024

Lotte, Werner en Salvador

 

Elk oog vormt zijn eigen schoonheid

Werner Bokelberg, Duits fotograaf, 1937

Bokelberg maakte in 1965 een fotoreportage van Salvador Dali. De geesten begonnen te borrelen en ze waren het er snel over eens dat er ook een mooie vrouw bij hoorde. Zo waren ze. Sommigen maken er wat van, sommigen niet. Het oog viel op het Deense model Lotte Tarp, die ze verder eigenlijk nergens van kenden. Lotte stelde geen vragen, stemde graag toe en kwam naar Figueres. Ze moeten een leuke tijd hebben gehad. Dali had zo zijn eigen dingen om de aandacht van de pijn af te leiden. Zoals de meeste mensen. Zoals ik. En dat is goed zo. In elk geval voor vandaag.








zaterdag 4 mei 2024

Smet van het heden

 
Harold Voigt, “Vrouw aan het raam; rode jurk”

Een minuut stilte. Op de Dam wordt weer het oude toneelstukje opgevoerd, met de strakke gezichten van het morele gelijk der overwinnaars. Geen woord over Palestijnen. Bijna tachtig jaar verder is er het failliet van de herdenking. De smet van het heden sluit de ogen van het verleden. Sluit de ogen van de toekomst. De geschiedenis kent vreemde wendingen.

Ik werk in de Geestelijke Gezondheidszorg. Twee dagen geleden hielden we twee minuten stilte voor een collega die van vermoord door een patiënte. De smet van het heden sluit de ogen van het verleden. Sluit de ogen van de toekomst. Waar stopt het begrip? Waar begint verantwoordelijkheid?

Gedrag dient niet causaal, maar finaal getoetst te worden, schreef Mulisch. Uit de causale verklaring is het morele oordeel verdwenen. De smet van het heden sluit de ogen van het verleden. Sluit de ogen van de toekomst. Ik weet nog steeds niet of ik het er helemaal mee eens kan zijn.

Het leven is vergeven van individuen. Van meningen. Het leven is ingewikkeld.

woensdag 1 mei 2024

Subliem melancholiek


Harold Knight, “Girl writing”, 1931

Nooit heb ik durven denken,
Aan de ideële liefde,
Onder maanverlichte nachten,
En sublieme romantiek,

Nooit meer durfde ik nog denken,
Wat mij toentertijd ontriefde,
Wat beloftes niet meer brachten,
Wordt subliem
                                              melancholiek..