![]() |
Pablo Picasso, “Meisje voor een spiegel”, maart 1932 |
Of is het een vanitas: de angst voor het ouder worden. De ijdelheid van het heden. Maar ook dat stemt somber.
Dag en nacht, las ik ook ergens. Ze reikt naar haar spiegelbeeld om haar verschillende ikken te verenigen. Tevergeefs.
Picasso portretteert in “Vrouw bij de spiegel” Marie-Thérèse Walter, zijn toenmalige maîtresse. Zijn zelf-ontwikkelde stijl van het kubisme staat hem toe haar van alle kanten te bekijken. Hij speelt ook met texturen, die grover zijn in het spiegelbeeld, met donkere lijnen die de somberheid onderstrepen. De lichte kleuren van het meisje, Walter dus, trekken de meeste aandacht, het spiegelbeeld lijkt zich te verbergen. En binnen dit alles vormt het werk toch een afgewogen geheel, een totaalcompositie, zoals al onze gezichten er in laatste instantie toch weer één zijn.