![]() |
FĂ©lix Valotton, “De witte en de zwarte”, 1913 |
Soms ga ik slecht denken.
Vandaag gebeurd.
Ik kom met de trein van het werk terug en zoek mijn fiets in de stalling. Een stukje verderop zie ik twee buitenlandse mannen, asielzoekers schat ik snel in, speuren tussen de fietsen, asielzoekers, soms trekken ze er eentje ietsje uit, ze kijken naar de sloten. Als ik langskom hebben ze er een, duidelijk op slot, helemaal uitgetrokken. Als ik langs ze af fiets kijk ik er een indringend aan en die begint meteen met agressieve blik in een onbegrijpelijke blik tegen me te schreeuwen. Als ik er al iets van had willen zeggen verging me dat snel, ik trapte zelf nog wat harder door vanuit een gevoel van: dadelijk komen ze me nog achterna. Ik ben geen held.
Ik ben ook geen rechtse stemmer.
Maar soms, als het vanuit mijn reptielenbrein in mijn denkbrein begint door te sijpelen, ga ik wel slecht denken. Daar kan ik even niks aan doen. Hopelijk herpak ik me wel weer.