Labels

dinsdag 29 april 2025

Magiërs

 


Het komt er niet op aan wat je gelooft, maar met hoeveel kracht en overtuiging je gelooft. Dat zegt Nagel in Mysterien. Voor psychologen is het een belangrijk principe. Geloven. Durven voelen.

Vandaag sprak een cliënt en die geloofde in magische krachten, in hekserij zowaar. Met een vriendin had hij twee door een draad verbonden poppetjes bij een vuur gehouden, de draad brandde door en de band met zijn moeder werd verbroken. Het luchtte hem op.

Ik vergeleek het met de stoelentechniek, uit de schematherapie. Zie Google. Moeder denkbeeldig in een stoel zetten, de mond snoeren en de stoel vervolgens buiten zetten, op de gang. Ook dat luchtte hem ook op, toen we dat deden.

In de pauze vertelde ik een collega over mijn vergelijking van de stoelentechniek met de rituele verbranding. Symbolisch een band verbreken. Eigenlijk zijn wij ook een beetje magiërs, zei ik, terloops ook nog even aan een geslaagde emdr woede-wrok-wraak refererend. Ze moest lachen. Pim toch, zei ze. Psychologie is een serieuze aangelegenheid. Als je maar gelooft, gaf ik haar terug. Met kracht en overtuiging.



maandag 28 april 2025

Toeval zoals het zijn moet

 
Ramon Casas, “Gereed voor het bad”, ca. 1895


Toeval zoals het zijn moet. Alles moet zijn zoals het toeval het wil. 

Het een leidt tot het ander.

Twee schilderijen van de Spaanse schilder Ramon Casas (1866-1932), geschilderd in dezelfde periode. De eenvoud accentueert de schoonheid. Twijfel welke in bovenaan zet. De naaktheid van de tweede misschien is niet nodig, maar ook niet storend. Ze valt samen met de rest. Soms valt alles samen. Soms is niets veranderd. Soms moet je niet verder zoeken maar gewoon even stil zijn. Alles laten zoals het is. Zoals het altijd zal zijn, of nooit meer zal worden. 


Ramon Casas, “Gereedmaken voor het bad”, ca. 1895


Tweede kwartier

 


De mooie ogen van het Tweede Kwartier,

Ogen die mij zagen, die ik lang ooit heb zocht.

Ogen die herkennen, doorheen de jaren van vergeten,

Ogen in potlood op de omslag van mijn tekenboek,

Ogen die ik hoorde op de trappen naar de hemel.

Ogen nu op afstand, zoals alles ooit op afstand komt, 

            Zoals alles op afstand komt,

            Alles komt op afstand,

Ogen van vergeten emoties, vervangen weer door nieuwe,

            Zoals alles vervangen wordt,

            Zoals alles wordt vervangen,

            Zoals alles vergeten wordt,

            Zoals alles wordt vergeten.


vrijdag 25 april 2025

Niet bewegen

 
Georg Achen, “Bij het raam”, ca. 1900


 Ik hoor 
                                 de slag van je hart,
  De slag 
                                          van onze harten 
                       kan ik horen,

 Zit stil,
Niet bewegen,


Want ik hoor de slag van je hart,


De slag 
                      van onze harten 
                         kan ik horen.


dinsdag 22 april 2025

Trein

 
Théodore Zichy, ca. 1948

Is nog
                uit elkaar te houden,

  Het troosten 
                  en de diepe pijn,
 De oorzaak 
                                 van het ooit aanschouwde,
Verdwijnen 
                   en aanwezig zijn,

De ruimte 
                              van wat toen benauwde,

               Tussen je schoentjes
          en de trein.



zondag 20 april 2025

Vestdijk, Sluijters, Hamsun

 

Een mooie boekenkast is ook wat waard. Nu ik weer een beetje in Vestdijk ben gekropen moeten die paar beduimelde paperbacks die ik bezit ook maar plaats maken voor iets beters. Voor twintig euro tik ik op Markplaats een box op de kop met vijf romans. Op elk ervan prijkt een portret van Jan Sluijters. Alleen dat maakt het al de moeite waard.

Ik zoek naar het verband tussen Vestdijk en Sluijters. Ik krijg niks gevonden.

Eerder schreef ik over Sluijters:

De vrouwen die Jan Sluijters portretteerde hebben vaak iets droevigs. Ik meen dat de kunnen zien. Daar zitten verhalen achter. Zouden ze ook aan Sluijters hun verhalen hebben verteld? Of zag hij het ook zo wel! Een schilder is een schilder!

Ik lees een stuk in “Het glinsterende pantser”:

Idyllen vervreemden mijn niet van mensen. Daar ik ‘het volk beschrijven’ moest, sloeg ik een blik op jonge dochters. Uit een winkel op een straathoek groetten mij twee jonge vrouwen. Zij bleven mij onbekend. Waren zij niet zo snel uit mijn gezichtskring verdwenen, één op de fiets, ik had hen kunnen aanspreken en meetronen naar een van mijn bosplekjes, waar gesprekken mogelijk waren, niet in de trant van dorpsschonen, - die waren zij ook niet, die op de fiets leek mij een wijkverpleegster, maatschappelijkheid had haar wellicht genoopt mij zo vriendelijk toe te knikken -, niet over koetjes en kalfjes, of hazen en konijnen, maar zó bijvoorbeeld: als zij zegt: het is warm, dan zeg ik: en droog, het klimaat verandert, en met haar enkele andere dingen. Zij: zou een klimaat kunnen veranderen in dit land? Ik: ja, en deze droogte droogt alle tranen. Zij: heeft u veel gehuild? Ik: het ging niet van harte, die tranen zijn het moeilijkst te drogen. Zij: ik heb iemand gekend… maar hoe heeft zij u ongelukkig kunnen maken? Ik: het was misschien een hij, of een hij en een zij tezamen, of meerdere hijen en zijen, en misschien was ik ongelukkig, omdat zij mij niet ongelukkig kon krijgen. Zij: dan heeft u altijd naast uzelf geleefd, dan kunt u moeilijk geholpen worden. Ik: zo is het, de schoonheid der mensen is voor mij zo ontzagwekkend, dat ik haar niet bezitten kan, maar aan anderen moet geven, soms opdringen… Zij: en dat gaat niet van harte… Ik: zoals mijn tranen, zo is het.

Ik geloof dat in zulke woorden de connectie gevonden kan worden. De grondtoon van alle verhalen. De toon ook van Hamsun. De toon dus van mezelf.


     

  
     



vrijdag 18 april 2025

Trappen




Na ons trouwen gingen we naar Parijs en logeerden in een hotel in Montmartre. Nog nooit waren we in Parijs geweest. Alles bleek anders. We begonnen gewoon te wandelen. We wisten niet de weg, maar kwamen vanzelf uit bij de trappen. De trappen van Montmartre bezegelen een goed huwelijk. Het kon niet meer mis. Niet voor ons.

We hebben altijd een zwak gehad voor Parijs. Mijn liefde voor de schilderkunst wortelt in het Parijs van rond 1900. Iedereen die daar toen geleefd heeft is nu dood, maar dat maakt niet uit. De mensen op de foto, die wisten hoe het was. Wij weten nog hoe het was nu bijna veertig jaar geleden. Tot er straks ook niemand meer is die dat nog weet. Maar ook dat maakt niet uit.

Dan niet meer…



 

donderdag 17 april 2025

Niet eerlijk

 
Jodie Kidd door Friedemann Hauss, Elle, augustus 1995

Soms dwaal ik wat af. De foto brengt me naar het artikel.

Jodie Kidd (1978) begon, nadat ze op het strand van Barbados was gespot en ontdekt door fotograaf Terry O’Neill, al op hele jonge leeftijd met modellenwerk en met het lopen van modeshows voor grootheden als Karl Lagerfeld. Jodie was ultra-dun, zoals lang de norm was in de modellenwereld. Jodie kreeg het echter heel moeilijk toen er kritiek kwam op die norm. Ze kreeg steeds meer het gevoel dat iedereen naar haar keek. Toen ze een keer boodschappen ging doen in een supermarkt kwam er een vrouw naar naartoe die zei: “Jij vermoord mijn dochter. Vrouwen als jouw vermoorden mijn dochter”. De angst werd steeds groter en Jodie kreeg zware paniekaanvallen. Dacht ook zelf dat ze doodging, want dat denken mensen die een zware paniekaanval hebben.

Het verhaal van Jodie raakt me. Ik probeer mensen van hun paniekgevoel af te helpen. Ik zie ook wel mensen die anorexia hebben gehad, of eigenlijk nog steeds hebben, want echt over gaat het nooit. Maar Jodie mag hier niet de schuld krijgen. Dat is niet eerlijk. Soms krijgen vaders de schuld. Maar ook dat is niet eerlijk. Het is nooit eerlijk om vaders de schuld te geven. Iemand de schuld geven is een uiting van agressie, hetgeen altijd iets oneerlijks impliceert. Jodie heeft nergens schuld aan. Ik mag haar foto hier dan ook best posten. Zonder schuldgevoel.

Maar ook met twijfel.

Is het dan nooit eerlijk om vaders de schuld te geven?

dinsdag 15 april 2025

Tot je weer hier bent

 


Klein verdriet,
Frans balkonnetje,
Kleine herinnering
Aan een japonnetje
Hoog in de hemel,
Zonder plafonnetje,

Tot je weer hier bent,

Zonder ballonnetje.

Tot je weer hier bent,

in je

basis

                                stationnetje.


zondag 13 april 2025

Altijd weer nieuw

 
Claude Monet, “Camille op het strand van Trouville”, 1870-71

Dat de geschiedenis zich herhaalt, is vooral daarom zo leerzaam, omdat ze zich nooit op dezelfde wijze herhaalt. Men kan dus evengoed beweren, dat zij altijd weer nieuw is.

Citaat van Simon Vestdijk. Ik kijk naar de wereld, naar Rusland, naar Israël, zie wat nu in de VS gebeurt, en telkens weer blijf ik me verbazen. De geschiedenis leert me niks.

Ik ben begonnen aan “De koperen tuin”. Op mijn leeslijst van de middelbare school stond “Terug naar Ina Dammen”. Daarna heb ik nooit meer iets van Vestdijk gelezen.

Bij Mulisch heb ik geleerd hoe een niet optimale leeservaring je lang op het verkeerd been kan zetten. Laat ik ook Vestdijk een kans geven. Mooi citaat. Hij heeft veel geschreven. Ik zou er nog lang mee vooruit kunnen.

donderdag 10 april 2025

Lente lopend van april

 
John Atkinson Grimshaw, “Spring”, 1875

Lente
lopend van april,
                  is een mooie mei
Aan de beeldend blauwe hemel
Schijnt de zon tot mij,
Valt een zachte regenbui
  Groen de verse wei,
         Langs de blaadjes 
               aan de bomen,
Loopt de lente mij voorbij,
Langs het tuintje
              waar ik woon,
Loopt de tijd mij ras voorbij.



woensdag 9 april 2025

Tekortkoming

 
Sophie Marceau

Ik hoor dat het nationale poepdag is. Dat we het daar over moeten - durven - hebben.

Ik weet het niet. Het voelt wat ongemakkelijk. Eigenlijk heb ik het nooit goed begrepen. Het idee dat ook mooie vrouwen gewoon moeten poepen heeft me altijd wat tegen gestaan. Ik vind dat toch een tekortkoming in de schepping.

Nee. Was ik Trump, ik zou het verbieden. Zo’n dag is aan mij niet besteed.

maandag 7 april 2025

Gemiste ervaring

 
Hans Baumgartner, “Studentenhuis, Casiusstrasse Zürich”, 936

Ik kijk nog maar even naar de foto.

Soms kun je iets missen wat je nooit hebt gekend.

Traumatische ervaringen kunnen overerfbaar zijn, schreef ik in mijn voorgaande blog Waarom zou ik de goede ervaringen van generaties voor mij niet kunnen missen. Niet kunnen voelen. Nu geloof ik niet dat een van mijn voorvaderen ooit in Zürich is geweest, maar misschien heeft iemand wel boeken gelezen. Boeken geschreven. Je weet het niet.

Je kunt veel kanten op met deze theorie. Ook goede kanten. Er is toch nog hoop, durf ik denken.

zaterdag 5 april 2025

Veel gebeurd

  
Vicomte Paul de Singly (1844-1912) Promenades champêtres, 1906

Traumatische ervaringen kunnen overerfbaar zijn. In de jaren zeventig werd een experiment uitgevoerd: een generatie ratjes werd getraumatiseerd door het toedienen elektroshocks, direct nadat een rozengeur in hun hokken werd verspreid. Tasjes vermenigvuldigen zich snel. Meerdere generaties later, waarbij aan nakomelingen noch elektroshocks werden toegediend, noch rozengeur werd verspreid, werd het experiment gedeeltelijk herhaald: deze werd een zoveelste generatie later enkel blootgesteld aan rozengeur en zie: de ratjes raakten in paniek.

Een collega vertelde dat ze bij het betreden van een donkere kerk altijd een onbestemd naar gevoel kreeg, alsof ze weg wilde. God weet wat ooit gebeurd is.

In zekere zin is de mensheid voorgoed verloren, vrees ik. Er is teveel gebeurd.

donderdag 3 april 2025

Wolken met me mee

 
Gustave Caillebotte, “Vissers aan de Yerres”, 1876 

Als de zon schijnt
    Zitten dingen beter mee,
Maar soms ook even niet,
 Soms heb je geen idee,
Waar het nu weer 
        aan kan liggen,
Wat brengt dit nu 
          zo weer teweeg,
Vind ik soms heel weinig reden
 Maar wat verder soms wel twee
   Loop ik onbewolkt naar huis toe,
Neem de wolken 
                             met me mee

dinsdag 1 april 2025

Omdat ik niet zonder kan

 


Nieuwe dagboeken van Voskuil. In de zon lees ik wat willekeurige passages.

Het kabinet Den Uyl is gevallen. Hij komt op televisie, kamerzitting. “Ik kan niet zeggen dat ik van het begin tot het eind geboeid ben, het merendeel van de tijd verveel ik me rot, maar daar doorheen blijft het aangename gevoel dat ik vanavond een alibi heb om niets te doen. Ik vind het zelfs een beetje jammer dat ik daar niet in die kamer zit, al zou ik dan uiteraard geen genoegen nemen met een achterbankje. Een bezeten leven, waarin je geen tijd krijgt te beseffen dat het allemaal onzin is”. Vooral die laatste zin.

Brief aan Barend Voorham, over een van zijn verhalen: “Ik ben kennelijk je lezer niet. Aan mijn reactie heb je niets. Je kunt hem beter - en terecht - woedend naast je neerleggen. Tenzij zou blijken dat je over een paar jaar ook je eigen lezer niet bent. Als je dat risico wilt vermijden, dan kun je het het beste een jaar of acht in een la leggen voor je het overleest. Wanneer je dan om jezelf kunt lachen en in een helder, nuchter Nederlands onder woorden weet te brengen wat je werkelijk bezielde, dan is de kans groot dat ik dat wel met plezier lees en dat je aan mijn critiek geen behoefte hebt”. Voskuil liet zijn dagboeken jaren in de la voordat hij begon te bewerken. Ik schrijf een jaar of acht aan dit blog. Het sorteren komt nog wel.

Nog eentje dan, omdat Voskuil niet zonder kon: “Schrijven, dat is het, een kleine wereld, geheel voor jezelf”. Omdat ik niet zonder kan. Geen wonder dat ik een van zijn lezers blijk te zijn, ook al heb ik er wat weinig tijd voor. Wachten nu op mijn pensioen.