Labels

vrijdag 29 november 2024

Portretten

 
Xenia, Carla, Yvonne, door Bertha Vicente, Mexico 

Portretten zeggen soms meer zeggen over een persoon dan een uur praten tijdens de intake. Ik meen iets te herkennen, zowel in de dame rechts als die in het midden. Zoeken leerde dat ik ze niet kon kennen. Ze komen uit Mexico, waar ik nooit ben geweest. En toch herken ik iets, van lang geleden denk ik. Ik voel iets wat geweest is. Dat ze ook in mij iets zullen herkennen, zoals ik hier nu zit, alleen ben ik jonger. Net zo lang geleden.

Portretten vertellen vaak veel, maar vooral ook over mij, als toeschouwer. Ver weg van de geportretteerden, over ruimte en tijd. Ik denk dat dat de bedoeling is. In elk geval voor vandaag.

woensdag 27 november 2024

Slachtoffers en identificatie


Viktor Vasnetsov, “Bogatyr”, 1898

Ik heb zojuist Timothy Snyder’s “Bloedlanden” herlezen. Een boek uit 2010 waarbij je mond soms openvalt. De planmatige massamoord op miljoenen individuen. In het laatste hoofdstuk tracht hij tot een soort van duiding te komen. Moraal wil ik het niet noemen.

Het is veel aantrekkelijker, althans tegenwoordig in het Westen, om zich te identificeren metende slachtoffers dan de historische achtergrond te begrijpen die ze gemeen hadden met de daderschappen passieve toeschouwers in de Bloedlanden. Identificatie met de slachtoffers betekent radicaal afstand nemen van de dader. <…> Toch is het niet duidelijk of deze identificatie met de slachtoffers veel kennis oplevert, of dat dit soort vervreemding van de slachtoffers een ethisch verantwoorde stellingname is. Het is geenszins duidelijk dat het reduceren van geschiedenis tot moraliteit leidt tot moreel betere mensen.
<…>
Niet één grote oorlog of massamoord in de twintigste eeuw is begonnen zonder agressors of daders die aanvankelijk beweerden dat ze slachtoffers waren. In de eenentwintigste eeuw zien we een tweede golf aanvalsoorlogen met slachtofferclaims, waarbij leiders niet alleen hun volkeren als slachtoffers voorstellen, maar expliciet verwijzen naar de massaslachtingen in de twintigste eeuw. De menselijke eigenschap van subjectief slachtofferschap is kennelijk onbegrensd, en mensen die geloven dat ze slachtoffers zijn kunnen worden gemotiveerd om extreem gewelddadige daden te verrichten.

Slachtofferschap mag nooit een excuus zijn om extreem gewelddadig te worden. Toch moraal. Snyder ontleend zijn zienswijze een beetje aan Hannah Arendt volgens mij, maar als je dit in 2010 schrijft weet je eind 2024 hoe waar dit moet zijn. En dat het wel nooit zal veranderen, lijkt me.

maandag 25 november 2024

Vijftig jaar

 
Nick Drake, Hampstead Heath, Londen, december 1971, door Keith Morris

Keith Morris maakte in december 1971 een serie foto’s van Nick Drake voor zijn derde album Pink Moon.  Uiteindelijk weren ze nooit gebruikt omdat ze in al hun zwaarmoedigheid een goede verkoop van het album in de weg zouden kunnen staan, zo meende Ann Sullivan, de ‘creative director’.

Morris herinnerde zich later de fotosessie: “Het was een grauwe, grijze dag. Nick werkte prima mee, maar zei weinig, maakte nauwelijks contact en vond het lastig om in de camera te kijken. Het was alsof ik binnendrong in mijn persoonlijke verdriet”, hetgeen zich weerspiegelde in de foto’s.

Rond 1980 kocht ik een box met drie Drake-albums. Toen al drong hij door in mijn persoonlijke verdriet. Vandaag ging ik met mijn jongste zoon in Utrecht naar een concert waar zijn muziek werd gespeeld. Nog steeds voel ik hetzelfde. En ik hoopte dat mijn jongste zoon groot verdriet bespaard zou blijven. Dat ook hij Drake’s muziek erg mooi vond doet daar niets aan af.

Het is vandaag 25 november 2024. Het is vandaag is het precies vijftig jaar geleden dat Nick Drake overleed aan een overdosis anti-depressiva. Het was een mooie dag vandaag.

zaterdag 23 november 2024

Rorschachtest

 
Gia Carangi, zo oud als ik, door Helmut Newton, Vogue, maart 1979

Mooie foto! 

Ik ga de foto niet uitleggen. Elke uitleg geldt enkel voor mezelf, mag ik delen of niet, zoals met alles wat ik denk.

Foto’s kunnen dienst doen als een soort van Rorschach test. Als uitgangspunt voor een boek, dat geschreven zal moeten worden. Als voedsel voor eigen fantasieën die je niet zo makkelijk deelt. Of juist wel, het maakt eigenlijk niet uit. Helmut Newton prikkelt mijn gedachten, altijd wel weer. Met leeftijd heeft het niks te maken. Er zijn meer levens dan in het hier en nu. Meer werelden, naast elkaar, donker en licht. Je moet ze wel weten te creëren. Er zelf iets van maken, ook al gebeurt er niet zoveel. Of net dan!

donderdag 21 november 2024

Terug en naar voren

 
Clarence Hudson White, “La curieuse”, 1907

Ik zie nog naar voren,
Ik zie nog altijd naar voren,
Lang geweest,
Lijkt het lang genoeg geweest,
Zo zie ik nog altijd naar voren,
Zie ik terug en naar voren.

Ik draag weinig last van een verleden op mijn rug,
Ik draag van mijn verleden weinig last hier op mijn rug,
Ik zie nog naar voren,
Ik blijf op mijn stek,,
Het is goed zoals het is,
Het zoemt door mijn oren,
Blijf maar op je plek,
Lijkt het goed zoals het is.


dinsdag 19 november 2024

Artificieel

 
Paul Paede, “Naakt in geopend venster”, 1913

Ik zie op televisie wat de nieuwe ontwikkelingen in AI zijn. Alexander Klöpping, als ik het goed schrijf, laat zien hoe hij met een bril op hem onbekende mensen die met die bril op ziet in weinig tijd kan traceren via het internet.

Ik weet niet waar het naartoe gaat. Ik vind het helemaal niks.

Ik las dat AI Shakespeariaanse gedichten kan schrijven die door deskundigen beter worden geacht dan die van Shakespeare zelf.

Wat in essentie is een gedicht? Wat heet nog artistieke schepping?

Ik weet niet waar het naartoe gaat. Ik vind het  allemaal niks. Ik wordt er een beetje verdrietig van.

Soms ben ik bang dat het te snel gaat met mijn leven. Dat het grootste deel al om is. Soms ben ik blij dat ik niet meer hoef beginnen.

zondag 17 november 2024

Laat maar

 
Robert Demachy, Molens in Holland, ca. 1900

Ik geloof niet de een hernieuwde oplaaiing van anti-semitisme. Ik spreek veel mensen. Ik voel nooit ook maar een beetje van Jodenhaat, in de eigenlijke zin des woords. Er is wel boosheid natuurlijk, om wat er in Gaza gebeurt. Er zijn ook voetbalhooligans, maar die hebben het eigenlijk alleen maar over Ajax-supporters. Er is geen Jodenhaat. Er is hooguit angst voor dat wat vreemd is, voor mensen die niet tot de eigen groep horen. Derde-vierde generatie migranten die er op een of andere manier nog steeds niet bij horen. Wij waren het niet! Maar dan hebben we het weer over iets anders.

Ik heb geen zin meer om het uit te leggen. Iedereen praat elkaar na, in gemeenplaatsen. Iedereen vindt wel iets! En Iedereen heeft altijd gelijk, dat is steeds de pest. Tot niemand meer luister, tot niemand de ander nog begrijpt. Tot ik denk: laat ook maar, en het ook niet meer begrijp. En dan is het eigenlijk al te laat.

vrijdag 15 november 2024

Nobelprijs voor de schoonheid

 
Monica Bellucco door Chico Bialas, 1997

Between the moonlight and the lane
Between the tunnel and the train
Between the victim and his stain
Once again, once again
Love calls you by your name

Omdat Leonard Cohen nooit de Nobelprijs voor literatuur heeft gekregen.

Omdat er geen Nobelprijs voor de schoonheid is, die Monica Bellucci had kunnen krijgen. En nog vele meer. Het had een verrijking kunnen zijn maar in het huidige tijdsgewricht is het wellicht wat veel gevraagd.

dinsdag 12 november 2024

Kort huwelijk

 
Stanhope Forbes, “Through The Looking Glass”, 1914,
Portret van Florence kort voor haar dood.

Alfred Munnings, huwde begin 1912 met de tien jaar jongere kunstschilderes en - vermogend - paardenmeisje Florence Carter Wood. Ze maakten beide deel uit van de Newlyn kunstenaarskolonie te Cornwall, waartoe onder andere ook Harold en Laura Knight behoorden, die het koppel een slechte match vonden. Het was in elk geval geen gelukkig huwelijk. Reeds tijdens hun huwelijksreis deed Florence een zelfmoordpoging omdat Munnings Laura Knight te nabij zou staan. Munnings kon met dit soort dingen maar moeilijk omgaan. Hij kon charmant zijn, maar ook koel en weinig empathisch. Na het huwelijk nam hij snel afstand, was hij vaak in Londen en Suffolk, waar hij vandaan kwam, en liet Florence min of meer alleen achter in Lamora, nabij Newlyn, waar ze woonden. Het zou haar niet helpen met haar depressieve gevoelens. Ze schijnt nog troost te hebben gezocht in een verhouding met een regimentsofficier, Gilbert Evans, maar toen deze voor militaire dienst vertrok naar Nigeria benam ze zich in juli 1914 het leven met cyaankali, nog geen 26 jaar oud. Het gerucht ging dat ze zwanger was van Evans.

Munnings hertrouwde in 1920 met Violet McBride, opnieuw een paardenmeisje. Over Florence, ooit liefkozend ‘Blote’ genoemd, zou hij het nooit meer hebben. Op latere leeftijd, tussen 1950 en 1952, schreef Munnings een driedelige autobiografie, waarin ze niet één keer werd genoemd. Wat weer verbaast als je de liefdevolle portretten bekijkt die hij rond 1912 van haar maakte.


Munnings, “Florence at Sunset”, 1912


Munnings, “Two women” (Florence met Laura Knight), 1912


Munnings, “The Morning Ride”, 1912

maandag 11 november 2024

Munnings in Parijs

  
Alfred Munnings, “Zittend vrouwelijk naakt, 
Julian’s atelier , Rue du Dragon”, 1902-1903
“Zittend naakt”, 1901,
Van voor zijn vertrek naar Parijs

Ik volg wel eens wat kunstbiedingen op veilingsites en zo stuitte ik op een vroege tekening van de Britse kunstschilder Sir Alfred James Munnings (1878-1959) uit 1901. Voor een paar honderd euro ging hij weg. Als ik alleen was geweest had ik hem gekocht. Vraag me niet waarom.

Alfred Munnings stond ooit op mijn lijstje voor een Wikipedia artikel, maar dat is er nooit gekomen. Hij was vooral een paardenschilder, wat mij maar weinig trekt. In 1902-1903 volgde hij lessen aan de Academie Julian te Parijs om zijn vaardigheid in het figuurtekenen verder te vervolmaken. Dat heeft wel wat opgeleverd, constateer ik. Ik struin wat op internet. Al snel stuit ik op een naaktportret gemaakt op de Academie Julian, in atelier van zijn leermeester Bouguereau. En al snel vind ik ook andere werken die gemaakt zijn in die ruimte, van Munnings en van anderen. En ook foto’s uit die periode, van vlijtige studenten met op de achtergrond de resultaten van hun noeste arbeid. En centraal op sommige van die foto’s ook het naaktmodel: je kiest niet voor niks voor het kunstenaarsleven.

En ik lees nog wat over Munnings. Hij had een hekel aan Picasso en Matisse. Het vond het geen vakmensen.  Ze hadden nooit echt leren tekenen, vond hij, en verbloemden hun onkunde achter modernistische snoeverij. Maar ook als mens had hij beide heren niet hoog: ze betaalden nooit hun rekeningen of schulden maar deden het af met in de ogen van Munnings waardeloze schetsjes, hoeveel ze nu ook waar zijn. En als je het met Picasso of Matisse niet eens was, dan werden ze lasterlijk en kwaadaardig, wist hij zich in 1946 te herinneren. En ze verzamelden alleen maar lieden om zich heen die de laster versterkten, hielenlikkers, die hen altijd naar de pijpen dansten.

Dat vond Munnings. Wat zegt dit over hemzelf? Wat zou er gebeurd zijn begin 1900 in Parijs, wat hem zoveel jaren later nog dwars zit? Dat zijn de dingen die ik zou willen weten.


“Mannelijk naakt”, 1902-1903

Julian’s atelier, 1902-1903


Bouguereau’s atelier, 1903: de schilder journalist Rob Wagner aan het werk,
in hetzelfde jaar dat Munnings er studeerde.

Bouguereau’s atelier, circa 1900

vrijdag 8 november 2024

Museumbezoek

 
Edgar Degas, “Bezoek aan het museum”, ca. 1885

Bij de verlening van het eredoctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte aan David Roëll, directeur van het Rijksmuseum, door de Amsterdamse universiteit in 1958, hield de ‘jonge doctor’ een rede over de inrichting van musea, waarin het volgende voorkwam:

‘Het voornaamste doel van een oordeelkundige opstelling is de bezoeker de verveling en vooral de vermoeidheid te besparen. Hij moet zich in het museum thuis voelen en telkens, van de ene zaal naar de andere gaande, aangenaam worden verrast. Hij moet kunnen rondlopen met een gevoel van welbehagen. Alles moet daartoe meewerken: niet alleen een logische en kunsthistorisch verantwoorde circulatie door het gebouw en een volmaakte opstelling, maar evenzeer voldoende gelegenheid tot uitrusten en een perfect systeem van verwarming, air-conditioning en verlichting.’
Ik bezit een gehavende 1e druk van Nescio’s verhalenbundel “Dichtertje, De Uitvreter, Titaantjes” uit 1918, in datzelfde jaar door Roëll aangeschaft, gezien zijn naam en datering op het exemplaar. Ik leidt af dat beide heren elkaar gekend moeten hebben. Ik constateer dat de geest van Nescio doorheen Roëll’s leven en werk altijd is rond blijven waren, gezien ook bovenstaand citaat. Ik zou daar een kleine studie aan willen wijden, na mijn pensioen. Hoewel, waarschijnlijker is dat ik met een gevoel van welbehagen wat vaker door een museum zal lopen. Maar ook dan zal ik af en toe aan Roëll denken.


Degas, “Bezoek aan hetmuseum”, 1879-1880

woensdag 6 november 2024

Slecht scenario

 
William Merritt Chase, “The Morning News”, 1887

Netanyahu heeft er belang bij een oorlog te continueren omdat hij zich na beëindiging voor de rechter moet verantwoorden. Trump begint aan zijn tweede en laatste termijn. Wie weet waar hij over vier jaar belang bij heeft om alsnog aan de macht te kunnen blijven.

Allemaal zeggen ze het land te dienen, telkens weer zien we persoonlijke belangen prevaleren.

Als psycholoog werk ik wel eens met doemdenkers. Altijd denken dat het slechtste scenario zich gaat voltrekken. Dat helpt niet, zeg ik dan, daar ga je je niet beter door voelen. Vanochtend voelde ik me toch een beetje minder. Maar de dag heeft gewoon zijn beloop weer gehad.

maandag 4 november 2024

Erinnerung an die Marie A.


Marie Rosa Amann, aan wie Brecht zijn gedicht opdroeg

     An jenem Tag im blauen Mond September       Eens op een dag in de blauwe maand september,
     Still unter einem jungen Pflaumenbaum.          Zwijgend onder een priljonge pruimenboom,
     Da hielt ich sie, die stille bleiche Liebe.           Daar hield ik haar stil, mijn lelie blanke lief,
     In meinem Arm wie einen holden Traum.         In mijn armen, als een uitgestelde droom,
     Und über uns im schönen Sommerhimmel.      En boven ons aan de zomers mooie hemel,
     War eine Wolke, die ich lange sah                    Was een wolk, die ik vluchtig wist op te nemen,
     Sie war sehr weiß und ungeheuer oben.           Ze was heel erg wit, ze was heel erg hoog,
     Und als ich aufsah, war sie nimmer da.           Maar als ik opkeek, was ze telkens weer verdwenen.

In de jaren twintig van de vorige eeuw schreef Bertolt Bracht zijn gedicht “Erinnerung an die Marie. A.” Hij verwoord zijn herinnering aan een oude jeugdliefde, welke met het verstrijken van de tijd in de vergetelheid is geraakt: het lukt na al die jaren niet meer haar gezicht terug te halen. Het roept een gevoel van weemoed op dat herkend wordt in de wolken, die zich al even vergankelijk tonen. Dat ik herken in mijzelf, bij het ouder worden. Het tekent het verdriet van het leven: beseffen dat het allemaal vervliegt, zonder te weten waarom.

Ik zou een romanticus zijn, zei iemand. Ik weet eigenlijk niet of het zo voelt…

Maar wel mooi!

Een jonge Brecht

zaterdag 2 november 2024

Ideetje

 
Yasumasa Morimura, (Osaka, 1951), “De kamer van Van Gogh”, 2016
Uit de serie: Zelfportretten uit de kunstgeschiedenis 

Omdat ik het gisteren terloops even over Yasumasa Morimura had.

Soms gaat het allereerst om het idee. Je moet er maar opkomen! Ik bedenk me in welke schilderijen ik mezelf zou hebben geplaatst, mocht ik op het idee zijn gekomen. Maar ik ben natuurlijk weer niet op het idee gekomen. En had ik het wel bedacht, dan had ik het waarschijnlijk nooit uitgevoerd. En had ik het uitgevoerd dan was het nog maar de vraag geweest of het aandacht had getrokken. De juiste connecties en kanalen zijn ook wat waard.

Op weg naar mijn werk passeer ik ‘s-ochtends en ‘s-avonds drie windmolen, statig geposteerd langs de snelweg. Bij verschillend en per dag veranderend licht, vanuit per seconden wisselende perspectieven, bij regen en zonneschijn. Ik stel met foto’s voor op groot formaat, mooi ingelijst, in verschillende ruimtes van het plaatselijke museum. Grote kans dat ze er nooit komen hangen. Ook niet als ik straks pensioen krijg.

Zo gaat dat. Niemand zal ze missen.




vrijdag 1 november 2024

April is bijna zomer

 
Albert Gottschalk, Deens kunstschilder (1866-1906), “Namiddag in april”, 1897

Ik wou dat het april was,
April is bijna zomer,
Het wordt nochtans november 
              en het voelt al best wel koud.

Ik wou dat het april was,
April was in de lente
Want elk seizoen dat er nog komt
             voelt herfstig 
                 en al bijna oud.