Labels

dinsdag 22 juli 2025

Ozzy bezoedeld

 
Black Sabbath, 1971

Ik wil er geen herdenkingsblog van maken, maar ze blijven omvallen. Nu Ozzy Osborne. Al kon dat zo onderhand worden verwacht.

Eind 1970 verscheen het album Paranoid van Black Sabbath. Het titelnummer kwam op nummer 1. Voor mijn elfde verjaardag kreeg ik de LP. Het volume ging omhoog. Mijn moeder had natuurlijk meteen spijt van het kado. Ze wist niet wat ze hoorde. Terwijl ik me bewust werd van mijn alternatieve muzieksmaak. Dat mag ik toch wel zeggen. Mijn moeder was nog niet van me af.

Eigenlijk had Ozzy misschien beter zo ergens eind jaren zeventig kunnen overlijden. Toen hij uit Black Sabbath werd gezet. De herinnering aan zijn persoon is later toch in alle opzichten een beetje bezoedeld. Tot een schrikbeeld van hoe het fout kan lopen met iemands leven. En dat maakt me misschien nog wel meer verdrietig dan het bericht van zijn heengaan, vandaag. 

Maar wie ben ik om daar iets van te vinden. Paranoid is nog steeds een geweldig album. Net als de foto hierboven, die al die latere foto’s van Ozzy doet vergeten.


maandag 21 juli 2025

De dodo van Bert


Carl Holsøe, “Interieur met de vrouw van de kunstenaar “, 1890-1900

Zo geheel onverwacht stuit ik op een naam uit een ver verleden. Bert Jans, die ken ik, vanuit begin jaren negentig, toen ik bij De Grote Beek in Eindhoven werkte. Bert, van het poëzieproject. Tientallen jaren was je weg uit mijn hoofd maar ineens ben je er weer. Zo werkt ons geheugen, soms tot ons verdriet maar in dit geval tot vreugde. Op de website van Trouw lees ik een kort verhaaltje van jouw hand:

De dodo van het Aamsveen

Mijn vader kwam, ergens in de jaren vijftig, terug van zijn zondagse wandeling en vertelde dat hij in het Aamsveen bij Enschede een dodo had gezien. Hij meende dat dit toch een zeer opwekkende gebeurtenis was. En dus keer ik eens in de zoveel jaar terug naar mijn geliefde Twente om de dodo te spotten. En warempel, verleden week heb ik hem gezien. Een zeer opbeurende gebeurtenis.

Ik probeer dan ook mijn jongste zoon, die wat zwaar op de hand is, tot vreugde te verleiden. Maar hij reageert vol ergernis. Dat de dodo al lang uitgestorven is, en dat het zinloos is om daar blij om te zijn. Maar ik zeg je, gelijk mijn vader, ik heb de dodo van het Aamsveen gezien en dat stemt me vrolijk. Ondanks de ergernis van mijn jongste zoon. En vooral om de toenemende ellende op aarde.

Bert Jans Eindhoven

Dank je wel Bert Jans. Jou wil ik geloven. Als jij de dodo hebt gezien dan bestaat-i dus nog. Gelukkig. Je verhaaltje stemt mij vrolijk deze ochtend, vooral om de toenemende ellende op aarde.mooi verhaal.  Alleen zal ik het aan  mijn zonen maar niet laten lezen. Die moeten de wereld nog verbeteren.


zaterdag 19 juli 2025

Toscaanse ontsnapping



Odoardo Borrani, “Le primizie” (Het eerste fruit), 1868, olieverf op linnen, 110x130 cm, 1866-1868, privé collectie  

Omdat er nog zoveel ontzettend mooie schilderijen zijn, nog maar eentje uit de school van de ‘Macchiaioli’: “Le primizie” (Het eerste fruit), door de Italiaanse kunstschilder Odoardo Borrani (1833-1905), geschilderd in 1866-1868, olieverf op linnen, 74x41,5 cm, zich thans bevindend in privé collectie. 

Odoardo Borrani werkte net als Silvester Lega in de jaren 1860 vaak in Piagentina, een buitengebied van Florence, om te ontsnappen aan de snelle veranderingen die daar tot hun beider ongenoegen plaatsvonden. Ook “La primizie” past in serie daar ontstane werken die ik zou kunnen typeren als ‘ontsnappingsschilderijen’: een vlucht uit de werkelijkheid, de zucht naar een ideale wereld. Als het lezen van een boek.

Op het terras van een kleine villa, verscholen in het Toscaanse platteland, legt een jonge vrouw van gegoede komaf, denkelijk de dochter van een landeigenaar, haar boek even terzijde, als een jonge boerin haar een mand perziken komt aanbieden: het eerste fruit. Ze lijkt nog niet helemaal los van het gelezene en staart nog wat afwezig naar het geschenk, alsof ze iets van ontgoocheling heeft meegenomen uit haar boek. Een feodaal tafereel, uit een tijd toen dat nog niet als verkeerd werd gezien: het verschil in sociale status is zo duidelijk als het vanzelfsprekend is, tot in de kleurstelling toe.

Op een een borstwering, van waarover uitzicht is over een kalm glooiend landschap, staan drie terracotta potten met anjers en geraniums. De pure picturale verfijning waarmee de draperieën zijn uitgevoerd, de weerspiegeling van het licht op het fluweel van de perziken, de strook van de hoofdsteun en de vacht van de hond zijn typerend voor de schilders van de ‘Macchiaioli’. Ze experimenteerden nadrukkelijk met lastige picturale oplossingen, zoals de relatie tussen structuur en kleur, bijvoorbeeld in het wit van de vrouwenjurk en de vacht van de hond: "je moest het doek tegelijkertijd vorm en kleur geven", zei Borrani daarover.

“La primizie” is opgebouwd volgens een strak ontwerp en een doordachte analyse, waarbij het thema van het hedendaagse leven wordt vermengd met voor de ‘Macchiaioli’ belangrijke waarden uit het verleden. Diverse details verwijzen naar het Toscane van de vijftiende eeuw, zoals de vazen op de muur die herinneren aan het werk van schilders als Filippo Lippi of Benozzo Gozzoli. Het werken met tegenlicht doet weer denken aan Piero della Francesca. Net als Lega leunde Borrani ondanks alle vernieuwingsdrift van de ‘Macchiaioli’ onmiskenbaar ook op de late renaissance.

Maar eigenlijk hoeven we dit allemaal niet te weten. Net als bij Lega zie ik direct de pure schoonheid. Voel ik troost, zelfgezocht, andermaal.

donderdag 17 juli 2025

Serene perfectie

 


“Il canto della Stornello” (“Een Stornello lied”) is een schilderij van de Italiaanse kunstschilder Silvestro Lega uit 1867, 158x98 cm, olieverf op linnen. Het bevindt zich in de Galerie voor Moderne Kunst van het Palazzo Pitti.

Lega beeldt met veel genegenheid drie jonge vrouwen af die op een zomermiddag met elkaar musiceren. De jongedame achter de piano is, naar wordt aangenomen, Virginia Batelli, de verloofde van Lega die in 1870 overleed aan TBC. De beide zingende meisjes zijn haar vriendinnen Maria (voor) en Isolina Cecchini. Virginia was de dochter van de Florentijnse uitgever en mecenas Spirito Batelli, bij wie Lega als geliefde van zijn dochter regelmatig verbleef. Plaats van handeling is de muziekkamer van Batelli’s landhuis te Piagentina, een plattelandsgebied net buiten de Florentijnse stadsmuren. Een groot raam biedt uitzicht op een wijds Toscaans landschap met akkers en de glooiende heuvels in de verte, als een schilderij in het schilderij. Het totaalperspectief is niettemin strikt monofocaal en convergeert op één punt, namelijk de riemgesp van de centrale figuur, hetgeen evenwicht en harmonie betoont aan de voorstelling.

Het schilderij doet denken aan de werken van Toscaanse meesters van de vroege Renaissance. In de verhalende eenvoud van het tafereel zit iets plechtigs en monumentaals, als een modern altaarstuk. Deze indruk wordt versterkt door het grote formaat, maar vooral ook door de formele perfectie en de aandacht voor detail, geaccentueerd door de ongelijkmatige verdeling van het binnenvallende licht, dat als het ware blijft hangen op verschillende details: de kostuums, de ambachtelijke meubels, het weelderige gordijn met bloemenmotief en het geometrisch getekende tapijt, alles komt optimaal tot zijn recht, in volle helderheid. Zelfs de noten op de partituur zijn te ontcijferen: eerder werd er een ‘ciaccona’ in herkend, een Toscaanse volksmelodie. Recentelijk echter is vastgesteld dat het een lied betreft van Luigi Gordigiani, een componist die bekend stond als 'de Italiaanse Schubert', vooral beroemd om zijn zogenaamde ‘Stornelli’ (liederen). Het schilderij ontleent er tegenwoordig haar naam aan.

Dat “Il canto dello Stornello” werd geschilderd nabij Florence was geen toeval. In de tweede helft van de negentiende eeuw gold Florence als een toevluchtsoord voor de ‘Macchiaioli’, een groep aan het impressionisme verwante realistische kunstschilders die het Toscaanse landschap en de beschaafde intieme huiselijke wereld van de hogere middenklasse tot voornaamste thema’s namen. Ze waren teleurgesteld in de eenwording van Italië onder de Savoyse monarchie en zetten zich af tegen de opkomende industrialisatie. Lega was één van hen. De details op de ambachtelijke details in kleding en ornamenten kunnen worden gezien als een verwijzing naar het handwerk van renaissancewerkplaatsen, een traditie die door de Lega hardnekkig werd verdedigd. 

Het schilderij straalt de kalme melancholie uit van een perfecte wereld, doordrenkt van de teleurstelling die Lega en zijn companen voelden in de de veranderingen om hen heen. Het schilderij straalt een bijna metafysische sereniteit uit die elke hoek van het tafereel doordringt, en die ook in deze dagen van verandering en nog steeds voelbaar is. In elk geval in mijn eigen teleurstellingen.

Poëtische lyriek.
Schoonheid biedt troost. Elke keer weer.

dinsdag 15 juli 2025

In het witte van de wolken

 
Roman Ribera i Cirera, “het verlaten van het bal”, ca. 1913

In het ritme van de regen, 
In het huilen van de wind,
Op de meeste stille dagen,

Door het tikken van de klok,
En het knarsen van het grint,
Als de klepel heeft geslagen,

In het witte van de wolken,
In een zon die veel verblindt,
In de treintjes die ons plagen,

In het graven door de nacht,
Door het duister zwart getint.
Waar gedachten tergend knagen,

In de onrust van ontwaken,
Als de ochtend niet verbindt,
En de plicht om te verdragen,

Tussen hoofd en overtuiging,
In de snelheid van de sprint,
In een poging te vertragen,

In de tranen en wat woorden,
In wat afstoot en ons bindt,
In de jammer van het klagen,

In het fluiten van de merel,
In de ogen van het kind,
Blijf ik horen alle vragen,

In het deurtje van de koelkast,
In de kieren van de plint,
Alsmaar vragen vragen vragen.

Blijf ik zoeken naar een weg
Die de tijd voor mij verzint
Die het antwoord blijft verdagen

zaterdag 12 juli 2025

August von Brandis


“Zomerdag”, geschilderd in het rococo tuinhuis van Hermann Poensgen te Kaldenkirchen

De Duitse impressionistische kunstschilder August von Brandis (1862-1947) stond op mijn lijstje van aan te maken artikelen op Wikipedia NL, ook omdat hij in 1912-1913 een tijdje in Nederland werkte (Edam). Bij toeval zie ik dat het lemma intussen al geschreven is. Door een Duitser, die de Nederlandse taal niet bijster machtig is. Zonder afbeeldingen ook, wat een gemis is. Dat had ik beter gekunnen.

Op Wikipedia wordt Von Brandis geplaatst in een rijtje met Liebermann, Corinth en Slevogt, van wie ik schilderijen heb beschreven. Dat niveau haalt hij denk ik niet, maar een aantal van zijn interieurs, waarin hij vaak vrouwen afbeeldde “im Rückenansicht”, raken mij wel degelijk in de kern van mijn bestaan. Alsof ik een reïncarnatie ben van iemand uit de periode van rond 1900. Of meer waarschijnlijk zal het komen door mijn voorkeur van boeken uit die tijd. En schilderijen natuurlijk. Uiteindelijk creëren we allemaal onze eigen cirkeltjes.

Op het internet zie ik dat schilderijen van Von Brandis vaak niet meer opbrengen dan een paar honderd euro. Dat is te weinig, vele malen minder dan iets van Liebermann, Corinth of Slevogt, maar het is wat het is. Wellicht dat die Duitse schrijver van het Wiki-lemma er eentje goedkoop op de kop heeft getikt en gedacht heeft dat een extra Wiki-artikel de waarde zou kunnen verhogen. Ook zo kun je een eigen cirkeltje creëren.

Maar ik ga geen Von Brandis kopen. Voor mij volstaan vandaag een paar afbeeldingen die het verdienen gezien te worden.








donderdag 10 juli 2025

Woodstock

 


Het was 1970, de tijd van Woodstock, wordt wel eens gezegd. Maar daar kwamen wij niet. Wij kwamen zelfs niet in Amsterdam. Wij bleven thuis en keken naar Willem Duis, Voor de vuist weg, met een vis in een kom. Ik was een jaar of tien. In het weekend mocht ik al wat later opblijven.

Ik herinner Melanie, die met de Edwin Hawkin Singers optrad bij Willem Duis. Lay Down, een nummer dat ze schreef na haar optreden op Woodstock. En dat ik onder de indruk was. Mooi lief meisje, mooi liedje. Maar ik vond geen weerklank bij mijn ouders. Popmuziek was voor de nozems.

Bij toeval loop ik op Youtube tegen de opname aan en ik ben weer 75 jaar terug in de tijd, als at ik een madeleine. Met verbazing kijk ik naar het publiek. Of eigenlijk vol herkenning. Mijn ouders hadden er ook kunnen zitten. Maar ik was niet zo. Ik voelde de geest van Woodstock en die voel ik eigenlijk nog steeds als ik naar de opname kijk. Een gevoel dat ik nooit meer kwijt ben geraakt.

dinsdag 8 juli 2025

Mooi verpakt

 
Alex Russel Flint, “De verjaardag “, 2019


Klein gedichtje 
               voor de zomer,
Mooi verpakt in klein geheim,

Golvend in de gloed der warmte,
Golvend weer in tijd verdwijnt,

Zoekend naar verborgen uitweg,
Zoekend naar de stille lijn,

Van rood naar oranje,
In het groen van de pijn,

Langs de weg naar de herfst,
In het groot en het klein.

Zou ik soms 
                            opnieuw een blaadje
Van jouw boompje willen zijn


zondag 6 juli 2025

Opveren

 


Het zijn onze emoties die herinneringen maken.

De Tour is weer begonnen. Dat doet iets met me. Voor de zoveelste keer in mijn leven veer ik op. Van de Poel wint de etappe en pakt meteen het geel. Ik veer op als ooit mijn vader. De dag kan niet meer stuk.

Zo’n beetje zestig jaar kijk ik al naar de Tour. Vanaf 1965, beginnende met Gimondi, heb ik lang alle Tourwinnaars kunnen opnoemen, alleen de laatste vijfentwintig jaar is dat wat moeilijker. Tot aan het schrappen van Armstrong, wat mijn vader niet meer mee heeft gekregen.

Ik keek als jochie samen met mijn vader, op de BRT. We waren voor Jan Janssen. Poulidor kende ik ook. Helden in zwart-wit, op onze eerste televisie. Daar was de televisie voor. De helden fietsten de huiskamer in. Ook bij mijn vriendjes. De wereld ging vooruit.

De fietsen zijn nog steeds niet echt veranderd. De Tour is niet veranderd. Fietsen is fietsen, in kleur of zwart-wit. Alleen mijn vader is er niet meer, al vijfentwintig jaar niet meer. Maar ik kijk nog steeds televisie, nog steeds kijk ik de Tour. 

En je kunt nu zo’n beetje de hele dag kijken, al je de tijd hebt. Ook dat is anders. Straks heb ik pensioen en zou ik de hele dag kunnen kijken. Ik zou ook de hele dag tennissen kunnen kijken, of biljarten. Ik weet niet of ik daar blij van wordt.

Ik had een cliënte waarvan de man met pensioen ging. Eerder hing ze de vlag uit als hij ging werken; dan zei haar niemand meer dat ze moest eten. En toen ging hij met pensioen. Hij hoefde niks meer. ‘Even kijken wat erop is’, zei hij dan. ‘Oh, er is veldrijden op’, hele middag veldrijden kijken.

Toch maar een boek schrijven vrees is. Of een beetje blijven werken. Bij leven en welzijn, klop ik af. Alsjeblief niet de hele dag Tour de France. Hoe groot een wielerfans ik ook ben. En ik ben niet mijn vader. Gelukkig ook maar.





zaterdag 5 juli 2025

Stoere Dany

 


En nu Dany Lademacher. Ik had ook andere helden.

Ik zag Dany met Herman Brood, wat eind jaren zeventig geweest moet zijn. In elk geval de begintijd van de Wild Romance, want ze kwamen nog in ons dorpshuis. Van net over de Belgische grens kwamen de jongens van het punkbandje De Brassers met een busje aangereden, liepen naar achter het podium en vroegen: “mogen wij in jullie voorprogramma”. Herman en Dany hadden ermee moeten lachen. Maar het mocht niet.

Dany hoorde bij de stoere jongens. In die tijd zag je nog op tegen de stoere jongens. Tegenwoordig zie ik ze in de spreekkamer. Veel hebben last van een soort statusverlies, proberen dat de compenseren met hun motor en tattoos, maar voelen dat in het leven van alledag niet meer zo werkt. Dany heeft het later ook niet makkelijk gehad, al heeft hij in de muziekwereld altijd wel een zeker status behouden. Maar niet persé de status van de stoere jongen. Eind jaren tachtig dook hij op als lid van The Radios, een bandje rond de Belgische presentator Bart Peters, met enigszins zoete muziek. Ik begreep niet goed wat hij daartussen deed. Maar misschien heeft het hem wel behoed voor een einde alla Herman.

Ik luister naar The Radios en kijk naar Dany. En naar die lieve zanger Robert Mosuse, die al vijfentwintig jaar eerder met een tumor het leven moest verlaten. Teardrops is een heel mooi liedje. Misschien wel beter als alles van de Wild Romance samen. Misschien heeft Dany wel een vergelijkbaar veranderingsproces ondergaan als ikzelf. Zonder dat we echt alles hebben verloochend.

woensdag 2 juli 2025

IJzeren Rinus

 


Begin jaren zeventig voetbalden we op het pleintje, op de lagere school hadden we voetbalveldjes. In 1972 wonnen we het regionale schoolvoetbaltournooi, op penalty’s in de finale

Iedereen was altijd iemand als we voetbalden. Ik was meestal Ruud Krol. De meesten wilden Cruijff zijn, of Van Hanegem, Neeskens. Maar ik kan me niet herinneren dat er ooit iemand Rinus Israël wilde zijn. Misschien kwam het door zijn geblokte voorkomen, misschien door de bril, misschien wel omdat hij gewoon verdediger was. Maar ik was wel Ruud Krol.

Toch kun je ook niet zeggen dat Rinus geen uitstraling had. Samen met Laseroms in het blok van de verdediging, later Rijsbergen, daar stond wel wat. IJzeren Rinus zeiden ze. En hij was geeneens Rotterdammer. 

En hij was bang voor de dood, lees ik in de krant.

Ik vind een foto samen met Van Hanegem, Rinus met nummer 3, vanop de rug, de armen in onschuld uit elkaar: Cruijffie neergeschoffeld. Hij was de gemeenste van allemaal, volgens Van Hanegem, ‘alleen liet hij het nooit merken’.

Rinus Israël heeft ons deze week verlaten. Niet mijn grootste held, maar toch voel ik sympathie. Een lijntje naar mijn jeugd. Alweer een naam die we kunnen doorstrepen.


dinsdag 1 juli 2025

Slaperig jong meisje

 
Friedrich von Amerling, “Slaperig jong meisje”, 1934

Soms, zeker als het om kunst gaat, twijfel ik een beetje aan mijn goede smaak. Mijn romantisch-sentimentele aard drijft mijn soms in een richting waar ik in de vorige eeuw niet mee gedraaid zou komen. Maar alles keert ten goede. Het internet helpt daarbij. We hoeven ons niet meer door anderen te laten vertellen wat ‘echte’ kunst is, gelukkig bepalen we dat nu zelf. Niet dat ik Von Amerling in mijn woonkamer zou hangen, maar in mijn blog mag de begrensde close-up van het slaperige meisje vandaag groot worden afgebeeld. Ik voel harmonie, kwetsbaarheid ook. Het appelleert aan aan wie ik ben. Aan wie ik was. Aan wie ik gewoon mag zijn, gelukkig. 

Twijfel aan goede smaak is eigenlijk niet meer nodig vandaag de dag.