 |
Finnigans Wake (Agogo en Magogho en het hele zoopzoodje agroggo) |
Shnit? Als een paal boven theewater! Macool, Macool, ai ai, waarom bestu sneven? op een moeie mondorstdagmorguen? Snikken verzuchteten zij bij Kannekeeks' kerstofverse wake, alle hoolivans der natie, geprosterneerd in hun consternatie en hun duodecibale overvloedige overmaat aan lamentatie. Er was frambowling en fuiven en fluiten en flippen en romijnen en appelchinezen ook. En ‘tal maakte het reuze gezwellig met de luiderste sjovialiteit. Agogo en magogho en het hele zoopzoodje agroggo. Op de kontinuatie van die illuminatie tot Hanenhunnigans extirpatie! Sommigen in klinkling kooras, meer, op klanklang klaaglijk. Knappen hem op en leggen hem af. Hij's teut maar hij's stabiel dat istie Priamas Olim!
(James Joyce, vertaling Henckes en Bindervoet)
Het is de dag van dodenherdenking. En steeds meer discussie.
Arnon Grünberg is op televisie. Hij spreekt over
Herzberg, die ik hoog heb. Klik maar even door.
We zouden moeten streven naar een liberale samenleving waarin mensen met verschillende achtergronden en overtuigingen zouden moeten kunnen samenleven, wordt min of meer gezegd. Er ontstaat een geëmotioneerde discussie over ons handelingsperspectief.
Grunberg zegt uiteindelijk hoopvol te zijn. Maar ik houd er een heel ongemakkelijk gevoel aan over.
Mensen zijn groepsdieren, met territoriumdrift. Elementen van buitenaf worden geweerd, zeker als het er teveel worden. Lang waren de Joden zelf die vreemde elementen in de samenleving, nu hebben ze een eigen staat, maar vervolgens reageren ze daar op dezelfde wijze, vanuit hetzelfde sentiment dat zich vroeger tegen hen keerde. Uiteindelijk blijken ze net zo menselijk als degenen die hen vroeger vervolgden.
En het lost zich nooit op.
Ik keer weer terug naar Herzberg, die zocht in de menselijkheid, kleine tekens, die overal zijn te vinden. Ook dat is hoop. Maar net ietsje anders.